Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
WERKING EN BESCHRIJVING VAN DE DIPSWITCHES
De dipswitches zijn nodig voor de basisafstelling van het
besturingssysteem. Wijzigingen alleen bij in rusttoestand
verkerende poort uitvoeren (logische functie).
Dipswitch 1
Definitie van contact 11
O
OFF = fotocel NC-contact (relais wordt
N
gecontroleerd)
ON= contactlijst of dergelijk NC-contact
(relais niet gecontroleerd)
Dipswitch 2
Definitie van contact 13
O
OFF = fotocel NC-contact (relais wordt
FF
gecontroleerd)
ON = contactlijst of dergelijk NC-contact
(relais niet gecontroleerd)
Dipswitch 3
Automatisch dichtgaan
OFF=UIT
ON=AAN
Dipswitch 4
Knippercodefunctie
Voor elke beweging knippert de
signaallamp 3x.
WERKING EN BESCHRIJVING VAN DE
POTENTIOMETERS
Wijzigingen alleen bij in rusttoestand verkerende poort
uitvoeren (logische functie).
Potentiometer 1 Krachtinstelling.
De poort moet met de hand tegen te
houden zijn: ca. 15 kg. Nauwkeurige
afstelling van de kracht is alleen mogelijk
wanneer de poort in perfecte conditie
verkeert. De kracht die voor de bediening
van de poort nodig is, moet de hele
bewegingsweg gelijk blijven. Zo nodig moet
de poort gerepareerd of bijgewerkt worden.
Potentiometer 2 Gedeeltelijk openen
Instelbaar is de duur van het open staan:
2 - 16 seconden
Potentiometer 3 Vertragingstijd voor het automatisch
dichtgaan (5 - 120 seconden).
BESCHRIJVING VAN DE CONTROLELAMPJES (LED'S)
De controlelampjes moeten duidelijke informatie geven over
de momentele toestand van de besturing. Als de installatie
niet werkt, dienen de LED's als indicatie voor het verhelpen
van de storing.
Knipperlichtje van aansluitingen 1 + 2 geeft aan of de
aandrijving in bedrijf is of niet. Mocht het knipperlichtje niet
uitschakelen, dan is er eveneens sprake van een storing in
de installatie. De gehele installatie moet dan direct worden
gecontroleerd en indien de storing niet kan worden
verholpen, buiten bedrijf worden gesteld
LED1
Diagnose van de logica
Uit: geen storingmelding
1x: veiligheidssysteem contacten 6 en 7 is
geactiveerd
2x: veiligheidssysteem contacten 11 en 12 is
geactiveerd bij werking als NO-contact
3x: veiligheidssysteem contacten 12 en 13 is
geactiveerd bij werking als NO-contact
4x: veiligheidssysteem contacten 11 en 12 is
geactiveerd bij werking als fotocel
5x: veiligheidssysteem contacten 12 en 13 is
geactiveerd bij werking als fotocel
6x: fotocel defect
7x: maximumtijd van 120 seconden werd
overschreden
LED2
Noodstop/fotocel contacten (6 en 7)
Brandt de LED van het NC-contact, dan wordt de
besturing niet geblokkeerd. Mocht de LED niet
branden, dan moeten de achter het contact
aangesloten apparaten worden gecontroleerd.
LED3
Poort compleet openen (contacten 8, 10).
Wanneer een schakelimpuls naar de motor wordt
gestuurd, brandt de LED tijdens de impuls. Continu
branden van de LED duidt op een aansluitfout.
LED4
Poort gedeeltelijk openen (contacten 8, 9).
Wanneer een schakelimpuls naar de motor wordt
gestuurd, brandt de LED tijdens de impuls. Continu
branden van de LED duidt op een aansluitfout.
LED5
Controle DW-lijst (contacten 11, 12).
Brandt de LED van het NC-contact, dan wordt de
besturing niet geblokkeerd. Mocht de LED niet
branden, dan moeten de achter het contact
aangesloten apparaten worden gecontroleerd.
LED6
Controle fotocel (contacten 12, 13).
Brandt de LED van het NC-contact, dan wordt de
besturing niet geblokkeerd. Mocht de LED niet
branden, dan moeten de achter het contact
aangesloten apparaten worden gecontroleerd.
LED7
Eindschakelaar OPEN
Wordt deze eindschakelaar geactiveerd, dan gaat
de LED uit
LED8
Eindschakelaar DICHT
Wordt deze eindschakelaar geactiveerd, dan gaat
de LED uit
Opmerking: Wanneer bij activering van de eindschakelaar
beide LED's uitgaan, zijn de kabels van de eindschakelaar
onderling verwisseld.
Werbung
