rige blootstelling aan vochtigheid (bijv. onder een dakgoot, een portaal enz.) Nooit monteren
in de buurt van een watertoevoer of een afvoergoot! Vermijd blootstelling aan sterke tempera-
tuurschommelingen of direct zonlicht. Nooit installeren in de buurt van een watertoevoer of een
afvoergoot! De melder niet monteren op een plaats waar deze op elk ogenblik kan worden geac-
tiveerd (dieren, constante doorgang van voertuigen enz.) of in de buurt van een airconditioning of
verwarming. Let er bij het kiezen van de installatielocatie op dat er niets de detectie kan verstoren
en dat de infraroodcel correct kan werken. Vermijd obstakels. Het detectieveld moet vrij zijn. Wij
raden u ook aan de installatie hoog genoeg uit te voeren om diefstal of vandalisme te voorkomen.
U kunt deze afstanden
verkleinen of vergroten
op basis van de opgege-
360°
ven richting en de hoogte
2m50
180°
2m50
1m80
1m80
ø4m max
2m
12m
b. Keuze van de positie
3 mogelijke posities :
c. Aansluiting
Te bevestigen aan de muur of het plafond. De melder wordt aangesloten tussen de
originele en de lichtschakelaar. Deze krijgt stroom via 3 draden. Let op de kleuren:
39
L : fase - bruin. N : neutraal - blauw. L' : rood - aan te sluiten apparaat.