Overige functies
Een zender toewijzen aan elke
cijfertoets
U kunt voor elke apparaatmodus
zenderselectieprocedures toewijzen aan de
cijfertoetsen (0 – ), zodat u een zendernummer
kunt selecteren met één druk op een cijfertoets.
Opmerkingen
Als er reeds een andere zender werd toegewezen aan een toets,
wordt deze overschreven door de nieuwe zender.
Als er reeds een functie werd aangeleerd aan de toets, kunt u er
geen zender aan toewijzen.
Wanneer een cijfertoets geprogrammeerd is, kan deze niet
langer functioneren als een normale cijfertoets.
Voorbeeld: een zender toewijzen aan
cijfertoets 9 in de SAT-modus
1
SET/SET-
aanduiding
Apparaatkeuzetoetsen
2
3
Cijfertoetsen,
ENTER
Houd SET langer dan 3 seconden
ingedrukt.
Terwijl u SET ingedrukt houdt, drukt u op
de gewenste apparaatkeuzetoets en laat u
daarna beide toetsen los.
De geselecteerde apparaatkeuzetoets licht op.
Voer - - 1 in.
De SET-aanduiding knippert drie keer om aan te
tonen dat de instelmodus geactiveerd is.
knippert 3 keer
Druk op de cijfertoets waaraan u een
zender wilt toewijzen.
De SET-aanduiding knippert drie keer.
knippert 3 keer
De SET-aanduiding
gaat branden.
2
NL