10.10 Bellen
10.10.1 Handmatige nummerinvoer
1. Voer met de hoorn (1) op de haak het gewenste telefoonnummer in met behulp van de cijfertoetsen (2).
2. Om het ingevoerde nummer te bellen:
– Druk op de toets
OF
– Neem de telefoonhoorn (1) van de haak.
Tip:
In het geval van invoerfouten kunt u het laatste cijfer van de invoer verwijderen door op de toets "DEL/R" te
drukken.
10.10.2 Nummer kiezen vanuit de oproeplijst
1. Selecteer een eerder inkomend of uitgaand gesprek (zie paragraaf „10.13 Eerdere oproepen weergeven").
2. Om het ingevoerde nummer te bellen:
– Druk op de toets "RD".
OF
– Druk op de toets
OF
– Neem de telefoonhoorn (1) van de haak.
10.10.3 Gebruik van de snelkeuzetoetsen
1. Druk op de handsfree-toets
OF
Neem de hoorn (1) van de haak en druk vervolgens op de gewenste snelkeuzetoets.
10.11 Oproepen aannemen
1. Een oproep beantwoorden:
– Druk op de toets
OF
– Neem de telefoonhoorn (1) van de haak.
2. Het gesprek beëindigen:
– Druk opnieuw op de toets
OF
– Leg de hoorn (1) op de haak.
Tip:
Om het volume van het gesprek te verhogen, kunt u op de toets "Boost" drukken.
46
voor handsfree bellen.
voor handsfree bellen.
en vervolgens op de gewenste snelkeuzetoets.
voor handsfree bellen.
.