Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Oase AquaAir 250 Gebrauchsanleitung Seite 14

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
- NL -
Gevaren door de combinatie van water en elektriciteit
– De combinatie water en elektriciteit kan in geval van een niet volgens de voorschriften gemaakte aansluiting of
onoordeelkundig gebruik, levensbedreigend zijn of zware verwondingen door elektrische schok tot gevolg heb-
ben.
– Voordat u in het water grijpt, moet u van alle apparaten die zich in het water bevinden altijd eerst de stekker uit
het stopcontact nemen.
Elektrische installaties volgens de voorschriften
– Elektrische installaties in tuinvijvers moeten voldoen aan de internationale en nationale installatievoorwaarden.
– Elektrische installaties mogen slechts worden aangelegd door een gekwalificeerd elektrotechnisch vakman.
– Gebruik alleen kabels die zijn goedgekeurd voor gebruik buitenshuis.
– Zorg ervoor dat het apparaat beveiligd is met een aardlekbeveiliging voor een berekende lekstroom van maxi-
maal 30 mA.
– Sluit het apparaat slechts aan wanneer de elektrische gegevens van de stroomvoorziening overeenstemmen met
de elektrische gegevens op het typeplaatje van het apparaat.
– Gebruik het apparaat uitsluitend op een volgens de voorschriften geïnstalleerde contactdoos. Houdt de contact-
doos droog.
Veilig gebruik van het apparaat
– Gebruik het apparaat uitsluitend, als er zich geen personen in het water bevinden!
– Houdt de netstekker droog.
– Leg de aansluitkabel op een zodanige plaats aan dat hij beschermd ligt, zodat beschadigingen uitgesloten zijn.
– Draag, til of trek het apparaat niet aan de stroomkabel. De stroomkabel kan niet worden vervangen.
– Gebruik het apparaat nooit zonder dat er water doorheen stroomt! Dan raakt het beschadigd.
– Verpomp nooit andere vloeistoffen dan water! Andere vloeistoffen kunnen het apparaat beschadigen.
– Maak de behuizing van het apparaat of componenten ervan nooit open, als daar niet in de gebruiksaanwijzing
uitdrukkelijk op wordt gewezen.
– U mag de technische eigenschappen van het apparaat niet modificeren.
– Gebruik uitsluitend originele onderdelen en toebehoren voor het apparaat.
Montage en plaatsing (A-D)
Apparaat monteren (A)
De injector (3) op de pompuitgang (4) schroeven. De slangenklem (6) over de injectorslang (2) schuiven en het slang-
uiteinde vervolgens op de injector (3) en op de drijver (1) steken. De twee slangenklemmen (6) aan de slanguiteinden
vastschroeven die over de aansluitbuisjes geschoven zijn.
Trommel instellen (B)
Schroef (7) voor het vastzetten van de trommel (5) losdraaien. Trommel (5) draaien en de injector (3) in de gewenste
positie stellen. Schroef (7) weer vastschroeven.
Insteltips (8): Voor een probleemloos functioneren van de injector de aangegeven minimumafstanden tot de vijverbo-
dem in acht nemen. Een naar beneden, op de vijverbodem gerichte injector veroorzaakt een dieptebeluchting en biolo-
gische activering van de vijvermodder. Een horizontaal gerichte injector veroorzaakt een sterkere stroming van het wa-
ter.
Apparaat opstellen (C, D)
Het apparaat drijft op het water. Voor de fixering worden de meegeleverde draden enerzijds aan het apparaat beves-
tigd en anderzijds aan de kant of op de vijverbodem verankerd.
Apparaat aan de kant verankeren (C): Twee draden tot de gewenste gelijke lengte inkorten. De draaduiteinden telkens
in een lus leggen en met draadklemmen (11) vastschroeven. De draden met karabijnhaken (9) steeds in de schroef-
ogen (12) aan de drijver hangen. De beide haringen (10) op de kant in de grond slaan. Belangrijk: Om zeker te zijn dat
het apparaat zich niet verplaatsen kan, dient u de gegeven spanhoekindicatie (14) te volgen. Het apparaat te water
laten en de draden met de karabijnhaken (9) in de haringen (10) vastmaken. Let op: Zorg voor trekontlasting van de
aansluitkabel (13) en de netstekker tegen vocht beschermen!
Apparaat aan de vijverbodem verankeren (C): Twee draden tot de gewenste gelijke lengte inkorten (minstens 5 m). De
draaduiteinden telkens in een lus leggen en met draadklemmen (11) vastschroeven. De draden met karabijnhaken (9)
steeds in de schroefogen (12) aan de drijver hangen. Voor de verankering op de vijverbodem de meegeleverde
schroefhaken (15) met pluggen bijvoorbeeld in twee stenen vastschroeven die zwaar genoeg zijn. De twee draden met
karabijnhaken (9) in de schroefhaken (15) bevestigen, de stenen op de vijverbodem laten zakken en het apparaat te
water laten. Let op: Zorg voor trekontlasting van de aansluitkabel (13) en de netstekker tegen vocht beschermen!
14

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis