IKEA FORSNAS Bedienungsanleitung Seite 146

NEDERLANDS
Bediening
Bedieningspaneel
10 sec 5 sec
A B 5
Aan-/Uitknop
A
Temperatuurinstelknop
B
1 -24 °C (+2 °C) indicator
2 -20 °C (+4 °C) indicator
3 -16 °C (+6 °C) indicator
4 Indicator superstand
5 Indicator koelstand
Opmerkingen:
•
De negatieve temperaturen zijn van toepassing
wanneer het apparaat in de vriezerstand staat.
•
De positieve temperaturen tussen haakjes gelden
wanneer het apparaat in de koelstand staat.
•
Gebruik geen scherpe voorwerpen om het
bedieningspaneel te bedienen. Deze kunnen
krassen op het bedieningspaneel maken of het
beschadigen.
Inschakelen
Zodra u de stekker in het stopcontact steekt, wordt
het apparaat ingeschakeld en begint het te werken.
Display
•
Nadat u de stekker in het stopcontact hebt
gestoken, klinkt er een geluid en gaan alle
indicatorlampjes 3 seconden lang branden.
Daarna gaan alle indicatorlampjes uit, behalve de
-20 °C (+4 °C) indicator
de vriezerstand.
•
Bij een bekende storing knipperen de
desbetreffende indicatorlampjes.
Indicatorstatus
De -24 °C and -20 °C
indicators ( en )
1 2
knipperen.
De -24 °C and
superstand indicators
( en ) knipperen.
1 4
De -24 °C and -16 °C
indicators ( en )
1 3
knipperen.
De -20 °C and
superstand indicators
( en ) knipperen.
2 4
Opmerking: Als er een knipper storing is, bel dan het
servicecentrum.
1 2 3 4
2
en start het apparaat in
Fout
Compartiment-
temperatuursensorstoring
Storing temperatuursensor
omgeving
Ontdooitemperatuur-
sensorstoring
Communicatiestoring
De bedrijfsstand wijzigen
•
U kunt het apparaat via het bedieningspaneel
instellen om te werken in koelkast- of vriezermodus.
•
Wanneer het apparaat in de vriezerstand staat is
de koelstandindicator
koelstand staat, dan brandt de koelstandindicator
5
.
•
Wanneer u het apparaat voor het eerst aansluit,
schakelt deze op de vriezermodus. Houd het in de
vriezermodus of stel naar wens de koelkastmodus
in. Na 30 minuten in de geselecteerde modus,
wordt de geheugenfunctie geactiveerd. Als
de stroom wordt onderbroken en vervolgens
weer wordt ingeschakeld, opent het apparaat
automatisch de laatst ingestelde werkmodus.
Als de stroom eerder dan 30 minuten in een
geselecteerde modus wordt onderbroken, keer het
apparaat terug naar de standaard vriezermodus
wanneer deze inschakelt. Houd de temperatuurknop
5 seconden ingedrukt om van werkmodus te wisselen.
De temperatuur Instellen
Aanbevolen temperatuur voor vriesstand: -20 °C
(fabrieksinstelling)
Aanbevolen temperatuur voor de koelstand: +4 °C
(fabrieksinstelling)
•
U kunt de temperatuur van het compartiment met
het bedieningspaneel instellen.
•
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt
aangesloten, wordt de temperatuur ingesteld
op -20 °C. Wanneer u het apparaat opnieuw
aansluit of inschakelt, wordt de laatst ingestelde
temperatuur weer ingesteld.
Om de temperatuur in te stellen, drukt u een of
meerdere keren op de temperatuurinstelknop
totdat de indicator voor de gewenste ingestelde
temperatuur oplicht. Na 5 seconden blijft de indicator
branden en na 15 seconden werkt het apparaat
volgens de nieuwe ingestelde temperatuur.
-24 °C (+2 °C) -20 °C (+4 °C)
Tips:
•
Hoe lager de ingestelde temperatuur, des te
langer u uw voedsel veilig kunt bewaren en hoe
meer elektriciteit het apparaat verbruikt.
•
Hoe hoger de ingestelde temperatuur, des te
sneller uw opgeslagen voedsel bederft en hoe
minder elektriciteit het apparaat verbruikt.
Superkoelstand (alleen voor koelstand)
Opmerking: De superkoelfunctie is speciaal
ontworpen om net geplaatst voedsel in het
koelkastcompartiment snel te koelen. Als u een
aanzienlijke hoeveelheid warm voedsel hebt, zoals
5
uit. Als het apparaat in de
B
-16 °C (+6 °C) Superstand
146
B