Bovendraadspanning Instellen; De Onderdraadspoel Opwikkelen; Onderdraadse Spoel Inzetten; Onderdraad Opnemen - BOMANN NM 6063 CB Bedienungsanleitung

5. Draad door de opening van de
draadhendel (1) geleiden. Let
erop, dat de draad van rechts naar
links wordt ingevoerd.
6. De draad verder naar beneden
leiden en door de opening van de
naaldklem halen.
7. Tenslotte trekt u de draad door het
gat van de naald. Laat de draad
naar achteren lopen onder de
naaivoet (20). Zorg ervoor dat u de
draad ongeveer 10 cm achter de
naaivoet trekt.

Bovendraadspanning instellen

De instelling gebeurt door aan het stelwieltje (2) te draaien.
De basisinstelling ligt tussen 4 en 5.
Afhankelijk van de stof en de dikte van het garen, draait
u het stelwieltje zo dat de knoop van de boven- en onder-
draad als een stip op de bovenkant van de stof zichtbaar is.
Als zich lussen vormen, is de draadspanning te los.

De onderdraadspoel opwikkelen

LET OP:
Verwijder de bovendraad volledig uit de naaimachine.
Anders wikkelt deze zich om interne onderdelen en blok-
keert de naaimachine.
1. Plaats een draadspoel op de draadspoelhouder (15).
2. Een lege onderdraadspoel (27) op de spoelas (14)
zetten.
3. Draad door de draadgeleider (16) naar de lege spoel
leiden.
4. Draad enkele malen met de klok mee om de lege spoel
wikkelen.
5. Spoel tegen de spoelaanslag (13)
drukken (zie afbeelding).
6. Met het voetpedaal (25) of met
de schakelaar (8) met opwikkelen
beginnen.
7. Als de spoelas vol is, stopt het
opwinden automatisch. Als u het
opwinden voortijdig wilt stoppen, laat u het voetpedaal
los.
8. Draad afsnijden en spoel verwijderen.
NM6063CB_IM

Onderdraadse spoel inzetten

1. Bij het inzetten of verwijderen van de onderdraadklos
(27) moet de naald volledig omhoog staan. Handwiel (6)
in de richting van de pijl draaien.
2. Trek de spoelkap (10) naar voren.
3. Spoel zodanig in de haak plaatsen
dat deze tegen de wijzers van de
klok in draait (zie afbeelding). Laat
de draad ong. 10 cm uit de spoel
hangen.
4. Schuif het spoeldeksel er weer in.

Onderdraad opnemen

1. Naaivoet (20) omhoog zetten.
2. Met de linkerhand de bovendraad vasthouden.
3. Tegelijkertijd met de rechterhand het handwiel (6) in de
richting van de pijl draaien tot de naald omhoog komt
(één volledige draai aan het handwiel).
4. Trek de onder- en bovendraad 10 cm terug onder de
naaivoet. U kunt hiervoor een schaar of de draadafsnij-
der (12) gebruiken.

Steekpatroon kiezen

U kunt kiezen uit 12 soorten steekpatronen.
Kies een steekpatroon aan de hand van onderstaande
tabel. Bij het draaien van het stelwiel voor het steekpatroon
(3) moet de naald altijd in de bovenste positie staan.
Steek-
Uitleg
patroon
1
Rechte steek, kleine steeklengte
2 Rechte steek, gemiddelde steeklengte
3
Rechte steek, lange steeklengte
Rechte steek, naald links, gemiddelde
4
steeklengte
5
Elastische steek
6 Blinde steek
7
Knoopsgat
8 Knoopsgat
9
Brede zigzagsteek, kleine steeklengte
10 Smalle zigzagsteek, gemiddelde steeklengte
11
Brede zigzagsteek, gemiddelde steeklengte
12 Brede zigzagsteek, lange steeklengte
1. De naald moet volledig omhoog staan. Draai het hand-
wiel (6) in de richting van de pijl.
2. Stel het stelwiel voor het steekpatroon in op de gewenste
instelling. Zorg ervoor dat het stelwieltje voor het steek-
patroon in de gewenste positie wordt vergrendeld.
21
19.04.23