TechGrow T-micro Bedienungsanleitung Seite 3

Installatie:
1. Het is aan te raden om de CO2-sensor in de
buurt van de CO2-bron aan de wand te
bevestigen, met een minimale afstand van
50cm.
Het is beter om de sensor niet rechtstreeks
boven de CO2-bron te bevestigen
indien deze erg warm wordt (CO2-generator).
De sensor moet op een hoogte van +/- 1 meter
boven de vloer worden bevestigd.
2. Plaats de sensor ook niet in de directe lucht-
stroom van ventilatoren omdat dit de metingen
kan beinvloeden.
3. Sluit de sensor(en) aan op de bovenkant van
de T-Micro met de bijgeleverde (UTP-) kabel(s)
4. Plug de stekker van de CO2-bron in het
stopcontact van de T-Micro.
5. Plug de stekker van de T-Micro in een 230V
stopcontact.
6. Klaar!
Doorverbinden van controllers en
sensoren:
Alle controllers en sensoren (behalve de Temp
probe) van de TechGrow Pro Series zijn allen met
elkaar te verbinden om zo een optimaal
gebruiksgenot te garanderen.
Het is mogelijk om de controllers aan elkaar door
te lussen waardoor u met één S-4 sensor
voldoende heeft om uw gehele klimaat te
beheersen. Aangezien elk apparaat 3 UTP
connectoren heeft is het niet alleen mogelijk de
apparaten aan elkaar door te lussen, maar ook
om bijvoorbeeld een Data logger DL-1 en/of een
AM-T sms melder aan te sluiten.
Zorg ervoor dat alle controllers zijn voorzien van
netspanning om eventuele storingen te
voorkomen. Zorg ervoor dat de controller is
uitgeschakeld voordat u sensor(en) aansluit om
eventuele storingen te voorkomen.
De sensor kan in een willekeurige UTP connector
All manuals and user guides at all-guides.com
worden geplugd. De reguliere TechGrow sensoren
zijn hetzelfde als de sensoren uit de TechGrow
Pro Series en kunnen dus ook worden gebruikt
voor controllers uit de Pro Series.
Aansluiten van extra sensoren of andere
apparaten:
De T-Micro kan van aangesloten CO2-,
luchtvochtigheid,- en temperatuur sensoren, de
waarden meten, weergeven en doorsturen naar
de aangesloten controller, mits deze is gekoppeld
aan een S-4 sensor. Maar de T-Micro regelt alleen
maar de CO2. Indien u een andere sensor wilt
koppelen aan de T-Micro, schakel dan eerst de
controller uit, wacht een aantal seconden en plug
daarna de controller weer in het stopcontact.
Welke sensoren kunnen worden
aangesloten op de T-Micro?
De minimale sensor die u nodig heeft is een S-2
sensor. Als u in het display ook de temperatuur en
de luchtvochtigheid wilt zien, kunt u de
S-2 sensor uitbreiden met een Temp/RH sensor
of de S-2 vervangen voor een S-4 sensor.
De S-4 meet tegelijkertijd CO2, temperatuur,
luchtvochtigheid en licht.
LET OP: Sluit NOOIT twee van dezelfde type
sensoren aan op uw controller!! Bijvoorbeeld:
een S-4 sensor en een Temp/RH sensor mogen
niet gelijktijdig zijn aangesloten.
Automatische functies van de T-Micro:
1. Als er geen sensoren zijn aangesloten op de
2. Als het donker is, wordt er geen CO2
3. Als de CO2 sensor niet wordt gedetecteerd,
T-Micro zal dit op het display worden
weergegeven als **NO CO2 SENSOR**.
afgegeven. Zorg er dus voor dat de sensor
rechtstreeks de lichtbron kan waarnemen.
wordt er geen CO2 afgegeven.