Fluval A Serie Bedienungsanleitung Seite 21

LUCHTSTROOMINSTELLING
De Fluval A-serie luchtpomp (artikelnummer A851) beschikt over één stroomregelknop
om de luchtuitlaat te reguleren; artikelnummers A853 en A854 beschikken over twee
stroomregelknoppen. Door de knop met de klok mee te draaien, vergroot u de
luchtstroom; draai de knop tegen de klok in om de luchtstroom te verminderen. Een
goede luchtstroomregeling vermindert schadelijke tegendruk en verlengt zo
de levensduur van de pomp.
Voor een juiste luchtstroom moeten de klepinstelling en de pompopbrengst
onderling in balans zijn. De ideale instelling wordt verkregen door
minimale tegendruk of een ongehinderde luchtstroom.
Luchtventielen (afb. F) met meerdere uitgangen kunnen ook worden
gebruikt om extra apparaten in het aquarium aan te drijven. Zorg er om
de tegendruk te verminderen altijd voor dat er een ongebruikte uitlaat
is om eventuele overdruk af te voeren. Raadpleeg het gedeelte
over tegendruk voor meer informatie.
Zodra de afstellingen zijn voltooid, opent u langzaam de laatste klep
zover, dat u geen verlies van de luchtopbrengst meer opmerkt van de
apparaten die door de andere kleppen worden geregeld. Er kunnen meer
aanpassingen van de luchtklep nodig zijn, afhankelijk van de onderdelen die
door de luchtpomp worden aangedreven om de luchtdrukbalans met de
accessoires in het aquarium te bereiken en te handhaven.
Opmerking: Als de eerste klep op de luchtregeleenheid volledig is geopend, wordt
het luchtvolume dat naar de overige uitlaten wordt getransporteerd,
verkleind.
TEGENDRUK
Tegendruk is de opbouw van druk op het membraan door een beperkte luchtstroom. Dit gebeurt
als er overmatige lucht door de luchtpomp wordt geproduceerd of als de luchtkanalen per ongeluk
worden geblokkeerd (raadpleeg het gedeelte ONDERHOUD van luchtstenen, luchtslangen en
ornamenten voor meer details). Geleidelijk ontstane tegendruk als gevolg van verstopte luchtstenen
of andere verstoppingen en beperkingen in het luchtsysteem zal het membraan doen uitzetten
of doen scheuren. Een uitgezet membraan leidt tot verlies van luchtvolume, terwijl bij een scheur
alle lucht verloren gaat.
ONDERHOUD
DE POMP VERWIJDEREN
Belangrijk: Als de luchtpomp moet worden uitgeschakeld en uit het beluchtingssysteem moet
worden gehaald, moeten altijd de luchtslangen uit de luchtuitlaat/luchtuitlaten worden verwijderd,
voordat de pomp wordt losgekoppeld. Hierdoor voorkomt u dat er water naar de pomp wordt
overgeheveld. Als de luchtleidingen niet verwijderd kunnen worden voordat u het netsnoer
loskoppelt, moet u de pomp naar een punt boven het waterniveau tillen.
LUCHTSTENEN, LUCHTSLANGEN EN ORNAMENTEN
• Deze pomp heeft gedurende zijn levensduur geen regelmatig intern onderhoud nodig.
• De rest van het luchtsysteem moet regelmatig worden gecontroleerd en gereinigd.
BUITENKANT
Verwijder stof en vuil met een zachte, vochtige doek. Dompel de pomp niet onder in water. Gebruik geen
reinigingsmiddelen.
TIPS VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Als de luchtpomp geen lucht produceert, controleer dan het volgende:
1. Controleer of de luchtpomp is aangesloten.
2. Zorg ervoor dat er geen verstoppingen in de luchtslanginstallatie zijn en dat alle kleppen lucht
doorlaten. Als er geen lucht wordt geproduceerd door de accessoires in het aquarium, verwijdert u de
luchtslang van de pomp en controleert u of er lucht wordt geproduceerd.
3. Als de luchtpomp geen uitvoer produceert, is het meest voorkomende probleem dat bij een
luchtpomp optreedt een gescheurd of verzwakt membraan.
22
afb. E
+
-
afb. F
afb. F
A851
A851
afb. F
afb. F
A853 / A854
A853 / A854