Leerli j n
Doel
Raak bekend met de vier seizoenen en met hun eigenschappen.
Speel in stappen
STAP
1
Neem het spelbord voor je. Bekijk de
afbeeldingen goed. Haal de puzzelstukken
uit de inlegplank.
STAP
2
Plaats de puzzelstukken terug in de
inlegplank. Houd hierbij rekening met de
kenmerken van de diverse seizoenen.
STAP
3
Bekijk of de puzzelstukken juist zijn terug-
geplaatst.
Downloaded from
www.Manualslib.com
manuals search engine
Rekenen
Meten
Tijd en planning
Ti p s
Benoem de seizoenen hardop bij het
inleggen van het puzzelstuk.
Speel in tweetallen. Leg de kaartjes
omgekeerd op tafel. Kind 1 draait een
kaartje om en omschrijft wat op zijn
kaartje staat. Kind 2 raadt het voorwerp
en benoemt het bijbehorende seizoen.
Hierna wisselt de beurt.
Vereenvoudig het spel. Speel in tweetallen
en overleg welke puzzelstukken geplaatst
moeten worden.
Kringactiviteit: geef ieder kind een
puzzelstukje. De leerkracht omschrijft
een seizoen of laat een afbeelding
zien van een seizoen. Een kind met een
puzzelstukje van hetzelfde seizoen mag
deze inleggen.