Fisher Scientific Precision Serie Bedienungsanleitung Seite 46

NL-2
2. INSTALLATIE
2.1 De locatie kiezen
Vermijd warmtebronnen, snelle temperatuurwisselingen, luchtstromen of overmatige trillingen. Zorg voor
voldoende ruimte.
2.2 Nivellering
Zorg dat de weegschaal waterpas staat voordat deze wordt gebruikt of
nadat de locatie is gewijzigd.
De weegschaal heeft een libel in een klein rond venster naast het
display.
Om de weegschaal te nivelleren, stelt u de 2 stelvoetjes in totdat de bel
zich in het midden van de cirkel bevindt.
Raadpleeg de afbeelding voor het nivelleren.
2.3 De stroom aansluiten en de weegschaal acclimatiseren
Sluit de uitgangsconnector (gelijkstroom) aan op de stroomaansluiting aan de achterkant van de
weegschaal. Sluit vervolgens de stekker van de wisselstroomadapter aan op een geschikt stopcontact.
Acclimatiseren
Het wordt aanbevolen om de weegschaal niet te gebruiken tot deze geacclimatiseerd is aan de
omgeving. Bij een weegschaal met een nauwkeurigheid van 0,1 mg of meer, moet de acclimatisatietijd
1,5 uur bedragen; in het geval van een weegschaal met een nauwkeurigheid van 1 mg, moet de
acclimatisatietijd meer dan 0,5 uur bedragen.
2.4 De interface aansluiten
De weegschaal heeft een RS232-poort.
Gebruik de RS-232-poort om verbinding te maken met een computer of een printer met een standaard
(straight-through) seriële kabel.
Interface-aansluitingen aan de achterkant van de weegschaal
RS232
RS232: wordt alleen gebruikt om op een pc of printer aan te sluiten
Opmerking: Raadpleeg het hoofdstuk Afdrukken om de printer- / computerinterface aan te sluiten, te
configureren en te testen.
2.5 Initiële kalibratie
Voor de beste resultaten moet de kalibratie van het instrument worden gecontroleerd voorafgaand aan
het eerste gebruik. Als aanpassing nodig is, raadpleegt u het hoofdstuk Kalibratie in de handleiding.