elco klockner OMEGON TOP Serie Handbuch Seite 31

TECHNISCHE ONDERRICHTINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
1.1 GEBRUIK VAN VLOEIBAAR ANTIVRIESMID-
DEL
Ingeval van gebruik van antivriesproducten in de
installatie dient u aandachtig hun verenigbaarheid
met het aluminium, dat de mantel van de verwar-
mingsketel vormt, na te gaan.
GEBRUIK in het bijzonder GEEN gewoon ETHEENGLYCOL,
want hij vreet het aluminium en zijn legeringen aan en is
bovendien giftig.
ELCO-MAT geeft de raad antivriesproducten te gebruiken, die
GLYCOL van het soort PROPYLEEN bevatten, die corrosie
remt (zoals, bijvoorbeeld, CILLICHEMIE CILLIT CC 45, dat
niet-giftig is en tegelijk de rol speelt van antivriesmiddel, anti-
ketelsteenmiddel en anticorrosiemiddel) in de door de fabri-
kant voorgeschreven doses volgens de voor het antivriesmid-
del voorziene minimumtemperatuur.
Controleer regelmatig de pH van het mengsel water-antivrie-
smiddel van het circuit van de verwarmingsketel en vul bij
zodra de gemeten waarde lager ligt dan de door de fabrikant
aanbevolen grens.
VERMENG IN GEEN GEVAL ANTIVRIESMIDDELEN VAN
VERSCHILLENDE SOORTEN
ELCO-MAT wijst elke aansprakelijkheid af ingeval van schade
aan het toestel of de installatie als gevolg van het gebruik van
niet-geschikte antivriesproducten of toevoegstoffen.
1.2 KENMERKEN VAN DE VLOERVERWARMING-
SINSTALLATIE
Bij vloerinstallaties kan het gebruik van kunststof-
buizen zonder bescherming tegen het doordrin-
gen van zuurstof doorheen de wanden een toe-
name van de corrosie van de metalen delen van
de installatie (metalen buizen, verwarmingsketel, enz.),
evenals de vorming van oxides en bacteriële agentia tot
gevolg hebben.
Ter voorkoming van deze problemen is het nodig buizen
met "antizuurstofbarrière" overeenkomstig de normen DIN
4726 en DIN 4729 te gebruiken.
Ingeval van gebruik van buizen, die niet tot dit
type behoren, dient de installatie te worden
gescheiden door de plaatsing van warmtewisse-
laars of dient het water in de installatie speciaal te
worden behandeld.
ELCO-MAT is niet verantwoordelijk voor schade, die aan
het toestel of de installatie worden veroorzaakt als gevolg
van de niet-inachtneming van de hierboven voorkomende
aanduidingen.
1.3 RAADGEVINGEN IN VERBAND MET UW VEI-
LIGHEID
G
Wanneer u een gasreuk waarneemt, dan:
- vermijdt u elektrische toestellen in werking te stellen
- dooft u elke eventueel aangestoken vuurhaard uit
- sluit u de kraan stroomopwaarts de teller af
- opent u de ramen en verlucht u de ruimte
- doet u beroep op uw vertrouwde technicus.
G
Wanneer de verbranding een gasreuk doet vrijkomen,
dan:
- dooft u de verwarmingsketel uit
- opent u de ramen en verlucht u de ruimte.
G
Vermijd de opslag of het gebruik van elk ontvlambaar
materiaal in de buurt van de verwarmingsketel.
G
Vermijd dat op het toestel voorwerpen worden neerge-
legd.
G Vermijd dat de aanzuig- en afvoeruiteinden verstopt
geraken.
G Ter verzekering van de doeltreffendheid en de goede
werking van de verwarmingsketel zijn een jaarlijkse
onderhoudsbeurt en om de twee jaar de analyse van de
verbranding door ervaren technisch personeel onont-
beerlijk en dient er te worden voor gezorgd dat het boek-
je van de installatie volgens de voorschriften van de wet
wordt ingevuld.
G
Het is verboden de verwarmingsketel met blote voeten
en/of met natte lichaamsdelen aan te raken.
G
Voor de schoonmaak van de externe delen dooft u de
verwarmingsketel uit en plaatst u de buitenschakelaar in
"OFF"-stand.
gedrenkt vochtig doek. Vermijd het gebruik van inbijten-
de detergenten en/of vloeistoffen of van giftige produc-
ten.
G
Voor elke tussenkomst op de verwarmingsketel voor-
komt u op stoelen, keukentrapjes, ladders of elk onvast
steunpunt plaats te nemen.
G
Vóór elke tussenkomst schakelt u de verwarmingsketel
uit door de buitenschakelaar van de verwarmingsketel in
"OFF"-stand te plaatsen.
G
De gebruiker mag in geen geval enige handeling in het
kader van het onderhoud van de verwarmingsketel uit-
voeren, waarvoor de tussenkomst van een gespeciali-
seerde technicus is voorzien.
G Ingeval van handelingen of onderhoudsbeurten op struc-
turen in de buurt van leidingen of rookafvoerinrichtingen
en hun onderdelen schakelt u het toestel uit en, zodra de
handelingen zijn uitgevoerd, gaat u de doeltreffende wer-
king van de leidingen en de inrichtingen na.
- 31 -
Maak schoon met een in zeepsop