Stimuleringspunten, Duur En Frequentie Van De Toepassing - IBP Slim Tens Gebrauchsanweisung

● Druk meermaals op de knop ON+, tot u
de sterkste stimulatie hebt bereikt die nog
aangenaam aanvoelt. Het indicatorlampje
brandt feller bij een sterkere stimulatie .
● Druk meermaals op de knop OFF-, wanneer
u de stimulatiesterkte wenst te verminderen.
Het indicatorlampje brandt zwakker bij een
zwakkere stimulatie.
Uw Slim Tens schakelt zich na 15 minuten
automatisch uit. Schakel de Slim Tens op-
nieuw in, wanneer u de sessie wenst voort te
zetten.
Stel de stimulatie zwakeer in of schakel
de Slim Tens uit, wanneer de werking
onaangenaam aanvoelt.
5. Schakel de Slim Tens uit na de in paragraaf
6.2 "Stimuleringspunten, duur en frequentie"
vermelde aanbevolen toepassingsduur:
druk zo vaak op de knop OFF-, tot het indi-
catorlampje uitgaat.
Verwijder de elektrodepleister enkel van
de huid in uitgeschakelde toestand.
6. Verwijder de Slim Tens van de huid:
schuif een vinger onder de pleister en trek
de pleister los.
7. Bevochtig de rugzijde van de pleister links en
rechts telkens met een druppel water, zodat de
pleister niet uitdroogt.
8. Beëindig de sessie:
● Breng de beschermfolie aan rond de
pleister.
● Steek de Slim Tens in het opberg-
hoesje.
78
● Berg de Slim Tens op tot de volgende
sessie, buiten het bereik van kinderen
en beschut tegen zonnestralen.
6.2 Stimuleringspunten, duur en frequentie
van de toepassing
Houd bij uw sessies een minimum afstand
aan van 1 m tot microgolf-en korte-golf-
apparatuur. Elektromagnetische wissel-
werkingen kunnen de werking van de Slim
Tens nadelig beïnvloeden.
Breng de Slim Tens enkel aan op sti-
muleringspunten op de huid, die in dit
hoofdstuk worden beschreven. Gebruik
het apparaat
► niet op de oogleden. De stroom-
prikkels kunnen de ogen beschadi-
gen.
► niet op het strottenhoofd of de
keelholte. De stroomprikkels kun-
nen leiden tot spierverkramping
met verstikking tot gevolg.
► niet zo, dat de stroom zich recht-
streeks door het hart voortplant
(bijv. in de onmiddellijke omgeving
van het hart). De stroomprikkels
kunnen leiden tot hartkamerfibril-
latie en in het ergste geval tot hart-
stilstand.
► niet zo, dat de stroom zich recht-
streeks door de hersenen voort-
plant (bijv. aan de slapen). De
stroomprikkels kunnen stuipaan-
vallen veroorzaken.
79