Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Philips PE 1217 Gebrauchsanleitung Seite 8

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

6
ALGEMEEN
Netspanning
: 110-127-220-237 V
48,5-63 Hz
Opgenomen vermogen
: 30 VA
Omgevingstemperatuur
: min. 0 oC, max. 70 °C
Beveiliging
: thermisch met VL1, VL2 (12S oC)
Spanning tussen uitgangsklemmen en aarde
: toelaatbaar tot maximaal 130 V—
Afinetingen
hoogte 105 mm; breedte 34 mm; diepte 170 mm
Gewicht
:0,65 kg
IN GEBRUIKSTELLING
Net
Bij aflevering is de stabilisator ingesteld voor een netspanning van 220 V of 237 V. Voor een netspan-
ning van 110 V of 127 V moet de verbinding tussen de klemmen B-C worden verwijderd, terwijl klem
A met klem B en klem C met klem D moet worden verbonden. Zie fig. la en 16.
Aarde
De stabilisator kan worden geaard via de aardschroef
"U"
aan de achterzijde naast het klemmenblok.
Koeling
Geschiedt door natuurlijke luchtcirculatie.
Bij inbouw in elektrische of elektronische apparatuur mag deze luchtcirculatie niet worden belemmerd.
BEDIENING
Instelling van de uitgangsspanning.
Bij aflevering is de stabilisator ingesteld op een uitgangsspanning van 12 V.
Instelling op een hogere spanning geschiedt met R22 (fig. 6).
Voor de waarde van R22 geldt:
Vu4 12
kS2. Vu is de gewenste uitgangsspanning in volt. Zie ook
de karakteristiek in Gg. 7.
Voor een uitgangsspanninglager dan 12 V tot minimaal 2 V moet de waarde van R8 worden verminderd.
Met een weerstandsschakeling aangesloten op het klemmenblok kan de uitgangsspanning ook extern
worden ingesteld zie fig. 2. (Deze regeling is niet lineair).
Opmerking: Tijdens bedrijf mogen in deze schakelinggeen verbindingen worden onderbroken daar de
uitgangsspanninganders tot een hoge waarde kan toenemen.
Belasting
De belasting wordt aangesloten op de klemmen "+" en "—" van het klemmenblok.
De "+" of de "—" klem mag eventueel met het chassis worden verbonden.
Afstandsstabilisatie (Fig. 3)
Ter voorkoming van regelfouten bij Lange leidingen is afstandsstabilisatie mogelijk. Hiervoor moeten de
soldeerverbindingen tussen "+" en 2 en tussen "—" en 4 worden vervangen door een weerstand van
elk 47 Sl.
Het spanningsverlies in een stroomvoerende leiding naar de belasing mag niet hoger zijn dan 0,5 V.
De extra draden van klem 2 en klem 4 naar de "+" resp. "—" van de belasting twisten of afschermen.
Extern schakelen van de uitgangsspanning (remote on- of control)
Met een
de klemmen 1 en "—" extern aangesloten,schakelcontact of transistor (bijv. BC107) kan de
uitgangsspanning uit- en in- worden geschakeld (fig. 4a en 46). Bij gesloten contact is de uitgangsspan-
ning 0 V.
De topwaarde van de schakelstroom is 20 mA.
Stroombegrenzing (Fig. 10)
Bij aflevering is de stroombegrenzing ingesteld op O,SS A (deze waarde geldt voor een omgevings-
temperatuurvan 2S °C).

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis