Bediening; Het Contrast Aanpassen; Temperatuursensor Kalibreren; Het Systeem Uitvoeren - Carrier Conex II Benutzerinformation

Bediening

De Conex II is een interface voor het instellen van
bedieningsparameters, voor controle en voor reparatie van
het systeem
De belangrijkste informatie voor de gebruiker staat op het
hoofdscherm.
Gebruik de toetsen omhoog en omlaag om door de
parameters te navigeren: de parameters zijn genummerd;
druk op de toets omhoog om naar de volgende parameter
te gaan en op omlaag om naar de vorige parameter te gaan.
Om de waarde van de geselecteerde parameter te
veranderen, drukt u op de toetsen (+) of (-); sommige
parameters kunnen alleen worden gelezen.
De lijst van beschikbare parameters en de bijbehorende
nummers is productspecifiek en staat dus in de handleiding
van het product.
Bij sommige producten zijn de parameters in twee

Het contrast aanpassen

Druk tegelijkertijd op de toetsen (+) en (-) totdat
"CONTRAST" verschijnt. Gebruik de toetsen (+) of (-) om de
gewenste contrastwaarde te selecteren.
Om de contrastmodus te verlaten, drukt u op de toetsen
omhoog en omlaag of wacht u 45 seconden zonder de
toetsen aan te raken.
Het display gaat terug naar de gebruikersstand.

Temperatuursensor kalibreren

Om de kalibratiemodus te openen, gaat u naar code 0 en
drukt u op de toets omlaag totdat SENSOR E = 0.0 wordt
weergegeven.
Druk op de toetsen (+) en (-) om de meting van de
kamertemperatuursensor aan te passen.
Om de watertemperatuursensor te kalibreren, drukt u op de
toets omhoog totdat SENSOR B = 0.0 verschijnt.
Druk op de toetsen (+) of (-) om de meting van de sensor
aan te passen.; de waarde wordt veranderd in stappen van
0.1.
Om de kalibratiemodus te verlaten houdt u de toets omlaag

Het systeem uitvoeren

Nu volgt een beschrijving van de belangrijkste
bedieningshandelingen; raadpleeg de handleiding van het
product voor een volledige beschrijving.
De afbeeldingen zijn uitsluitend ter illustratie.
Sommige van de volgende instellingen zijn alleen mogelijk
bij specifieke producten en in specifieke standen.

Het systeem AAN of UIT schakelen

Druk op de toetsen omhoog en omlaag totdat de
bijbehorende code wordt weergegeven (raadpleeg de
handleiding van het product) en druk dan op de toetsen (+)
of (-) om AAN of UIT te kiezen.
categorieën verdeeld: parameters voor de gebruiker en
parameters voor de installateur.
Om de parameters voor de installateur te openen, drukt
u gelijktijdig op de toetsen omhoog en omlaag totdat de
moersleutel verschijnt. Om de installateurmodus te verlaten,
drukt u gedurende 1 minuut geen enkele toets in.
Opm.: de gebruiker mag de parameters voor de
installateur niet openen.
De Conex II gebruikersinterface heeft een geïntegreerde
kamertemperatuursensor. Installeer de interface dus op een
plaats die de kamertemperatuur goed weergeeft.
De interface kan ook op de hydronische module worden
geïnstalleerd, maar in dat geval werken de standen ECO,
Antivries en de koelstand niet zoals het zou moeten.
5 seconden ingedrukt.
Het display gaat terug naar de gebruikersstand.
Zie fig. 3

Verwarmen/koelen selecteren

Druk op de toetsen omhoog en omlaag totdat de
bijbehorende code wordt weergegeven (raadpleeg de
handleiding van het product) en druk dan op de toetsen (+)
of (-) om verwarmen of koelen te kiezen..
Afhankelijk van het product kan er een vertraging van
enkele minuten zijn tussen de selectie en het begin van de
gekozen actie.
Zie fig. 4
Conex II 19