Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Inbouw- en aansluitinstructie.
Boor een gat van 65 mm in het plafond. De dikte van het plafondpaneel moet liggen tussen 5 en
25mm. Sluit de voeding aan op het schakelblok:
Relais 1
L
= fase 230 Vac
N
= nuldraad
Li = schakeldraad
*** Het schakelblok is klasse 2 en hoeft niet te worden geaard, echter voor service is een
aarde-verbindingsblok aangebracht om een aardedraad naar armaturen door te verbinden.
D1 en D2 zijn de contacten van relais 2. Contact D1 is standaard doorverbonden via de 15A smeltze-
kering met L waardoor deze met 230Vac is verbonden. Na verwijdering van de zekering (Zie Fig. 3) is
het relais potentiaalvrij waardoor men iedere spanning op contact D1 kan zetten tot max. 230Vac (dus
ook 12VDc, etc). Relais 2 is lux-onafhankelijk en reageert altijd op een detectiepuls van de sensor. Op
het schakelblok moet minimaal 1 en maximaal 3 sensoren worden aangesloten. Hiervoor zijn 2 senso-
ringangen aanwezig A en B. Om twee sensoren op 1 ingang aan te sluiten is de sensoradapter 870589
nodig (Zie Fig. 4). Om 3 sensoren op twee ingangen aan te sluiten is 1 sensoradapter nodig. Zie voor
diverse installatiemogelijkheden de aansluitschema's (Zie Fig. 5a, 5b ,5c en 5d).
N.B. Zowel uitgang Li en uitgang D1, D2 mogen parallel worden overbrugd door bijv. een handbediende
schakelaar onder voorwaarde dat dezelfde fase (voeding) gebruikt wordt (Zie installatieschema). Ook
de uitgangen van meerdere schakelblokken mogen parallel worden aangesloten onder voorwaarde dat
dezelfde fase (voeding) gebruikt wordt.
Controleer voordat het schakelblok door het boorgat op het plafond gelegd wordt of alle aansluitingen
correct zijn gemaakt en de afdekkappen die tevens voor de trekontlasting zorgen goed gemonteerd
zijn (Zie Fig. 6). Plaats het relaisblok via het boorgat op het plafond en breng vervolgens de sensor in
het boorgat aan (Zie Fig. 7). Om de sensor in het boorgat te plaatsen moet men de beide lange beves-
tigingsveren naar boven richten. Vervolgens de sensor rechtstandig verticaal het boorgat invoeren en
de veren langzaam loslaten waardoor de sensor het gat wordt ingetrokken. Nu zit de sensor vast en
strak in het plafondpaneel.
Schakel pas de spanning in nadat de sensor goed aangesloten en stevig in het plafond is gemonteerd.
Let op: de sensor heeft na inschakeling van de spanning ± 3 minuten nodig om op bedrijfstempera-
tuur te komen. De instellingen kunnen de eerste minuut niet worden versteld. Alleen met de knop time
in de stand Test, puls of continue via de afstandsbediening zal de LED in de eerste minuut branden, in
andere standen blijft de LED uit.
Verwijder de lensmaskers en open met behulp van een kleine schroevendraaier het bedieningspaneel
(Zie Fig. 8) waarin de vijf instelknoppen (potentiometers) zich bevinden. (Zie Fig. 9).
Delay : aan of uit zetten van vertraagd inkomen. Uit-stand betekent dat beide relais voor één
minuut inschakelen zodra de detector op spanning wordt gezet, Aan-stand betekent dat
relais1 en 2, 45 seconden nadat de spanning erop is gezet actief wordt en pas na
een eerste detectie puls zal inschakelen.
Time 2 : De tijdinstelling voor relais 2 (D1, D2) is de tijdsduur welke het relais ingeschakeld
blijft na laatste detectiepuls.
(bruin)
(blauw) (extra nul aansluiting voor service aanwezig)
(zwart)
Inschakelen en afstellen
2
Werbung
Inhaltsverzeichnis
