MEDC PBE Technische Anleitung Seite 11

Indien een aarding is vereist via de kabelmantel, moeten er achtermoeren voor de pakking worden gebruikt.
2.3 Bedrading
Alle verbindingen op locatie moeten worden aangebracht aan de genummerde zijde van het aansluitblok.
Alle bedrading dient in overeenstemming te zijn met het betreffende bedradingsschema.
MEDC adviseert alle kabels en kernen volledig te identificeren.
2.4 Het deksel verwijderen
Draai de vier (4) hoek behouden bevestigingsmiddelen, zal deze release het deksel van de zaak (inbussleutel
maat voor de hoek fixes 4mm AF).
Voordat het deksel wordt teruggeplaatst, dient te worden gecontroleerd of de dekselafdichting nog steeds in zijn
gleuf zit.
2.5 De unit testen
Druk op de plunjer, zoals uitgelegd in 3.0 - Werking, om de unit te testen.
3.0 WERKING
De unit werkt doordat er op de plunjer wordt gedrukt. Hierdoor:
1. blijft deze in de bedieningsstand - vergrendelingtype.
De plunjer kan met behulp van de meegeleverde sleutel worden gereset, of
2. keert deze terug naar zijn oorspronkelijke stand bij terugkomst van de vrijgaveveer.
Opmerking - draai- en drukunit:
De plunjer moet voorafgaande aan activering 90° worden gedraaid
4.0 ONDERHOUD
Tijdens de gebruiksduur van de drukknopunit is er weinig of geen onderhoud nodig. Als zich echter
abnormale of ongebruikelijke omgevingscondities voordoen door fabrieksschade of ongevallen, enz., wordt een
visuele inspectie aangeraden.
5.0 GOEDKEURINGEN
Gecertificeerd in overeenstemming met EN50014 EN50018, EN50019, EN50028, EN50281-1-1. (omg.temp.
-20 °C tot +50 °C).
EExed IIC T6 (alleen schakelaar).
EExedm IIC T4 (overige versies) ATEX-certificaatnr. BAS02ATEX2105X.
Op het ATEX-certificaat en het productlabel staan de ATEX-groep- en categoriemarkering:
II2GD.
Waarbij
duidt op naleving van ATEX-normen.
II duidt op de geschiktheid voor het gebruik in oppervlakte-industrieën.
2 duidt op de geschiktheid voor gebruik in een zone 1 en zone 2-gebied.
GD duidt op de geschiktheid voor gebruik bij gas en stof.
6.0 ELEKTRICITEITSCERTIFICERINGEN
(a) Alleen voor versies die zijn uitgerust met max. twee microschakelaars - de maximale waarden voor iedere
gemonteerde schakelaar zijn zoals in tabel 1 wordt gespecificeerd.
(b) Voor versies die zijn uitgerust met een ingekapseld huis - de maximum systeemwaarden zijn 24 V en
0,05 A of 6 V en 0,2 A ongeacht het aantal units dat op het systeem is aangesloten.
© Cooper MEDC 2010 02/11