Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bosch MB LAN 2 Installationsanleitung Seite 59

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MB LAN 2:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 14
2.1
Leveringsomvang
Afb. 1, pagina 102:
[1] Module
[2] Adapter met aansluitkabel
[3] LAN-kabel CAT 5
[4] Zak met montagedelen
[5] Installatiehandleiding
2.2
Technische gegevens
Dit product voldoet qua constructie en werking aan de Europese richt-
lijnen evenals aan de bijkomende nationale vereisten. De conformiteit
wordt aangetoond door het CE-kenmerk.
De conformiteitverklaring van het product kunt u downloaden op het internet
( achterkant).
Technische gegevens
151 × 184 × 61 mm (andere maten  afb. 2,
Afmetingen (B × H × D)
pagina 102)
Nominale spanningen:
2-draads BUS EMS 2
2-draads BUS (HT)
Bus-systeem CAN
Voedingsspanning van de mo-
dule
Interfaces
Opgenomen vermogen
1,5 VA
Toegestane omgevingstempera-
0 ... 50 °C
tuur
Beveiliging
IP20
Tabel 2
2.3
Reiniging en verzorging
▶ Indien nodig met een vochtige doek de behuizing schoon wrijven. Gebruik daar-
bij geen scherpe of bijtende reinigingsmiddelen.
3
Installatie
3.1
Overzicht van de inbedrijfnamestappen
1. Monteer alle componenten.
2. Maak de BUS-verbinding (oranje of witte stekker met opschrift BUS of EMS).
U kunt via de barcode-informatie de BUS-verbinding van het be-
treffende toestel vinden.
3. Maak de IP-verbinding.
4. Inschakelen cv-ketel.
5. Wacht circa 2 minuten op systeemconfiguratie.
6. Sluit de voedingsadapter aan om de gateway in te schakelen.
7. Wacht circa 15 minuten op actualisering van de gateway.
8. Gewenste toepassing (bijv. app) in bedrijf nemen.
3.2
Montage
▶ Afdekking verwijderen ( afb. 3, pagina 102).
▶ Module monteren ( afb. 4, pagina 102).
▶ Module fixeren ( afb. 5, pagina 102).
3.3
Elektrische aansluiting
Bij gebruik van een afgeschermde LAN-kabel kunnen in uitzonder-
lijke gevallen problemen met het BUS-systeem ontstaan. In deze
situaties een niet afgeschermde LAN-kabel gebruiken.
MB LAN 2 – 6 720 805 490 (2018/12)
10 V tot 24 V DC (beveiligd tegen ompolen)
12 V tot 15 V DC (beveiligd tegen ompolen)
0 V ... 5 V
Meegeleverde adapter
230V AC/7,5 V DC, 700 mA
2-draads BUS (HT)
EMS 2
CAN
LAN: 10/100 MBit/s (RJ45)
Aansluitingen en interfaces
Legenda bij afb. 6 en 7, pagina 103:
7,5 V DC Aansluiting adapter
CAN 1
Massa (GND)
CAN 2
CAN Low
CAN 3
CAN High
HT/MX
Aansluiting EMS 2-/2-draads bussysteem
LAN
Aansluiting LAN (RJ45)
RESET
RESET-toets
TSW
Schakelaar voor CAN-afsluiting
Tulen voormonteren en kabel aansluiten
▶ Tulen passend voor de kabeldiameter openen en aan een zijde insnijden
( afb. 8, pagina 103).
▶ Tulen monteren en kabel aansluiten (EMS/EMS 2:  afb. 9, pagina 103;
CAN: afb. 10, pagina 103).
3.4
Aansluiting van de busverbindingen
Wanneer de maximale totale lengte van de BUS-verbinding tussen
alle BUS-deelnemers wordt overschreden, is de inbedrijfstelling
van de installatie niet mogelijk.
Wanneer in het 2-draads bussysteem een ringstructuur aanwezig
is, is de inbedrijfstelling van de installatie niet mogelijk.
Maximale totale lengte van de BUS-verbinding tussen alle deelnemers van het be-
treffende BUS-systeem:
2-draads BUS/EMS 2:
2
– 80 m met max. 0,40 mm
aderdiameter
2
– 100 m met max. 0,50 mm
aderdiameter
2
– 150 m met max. 0,75 mm
aderdiameter
2
– 200 m met max. 1,00 mm
aderdiameter
2
– 300 m met max. 1,50 mm
aderdiameter
CAN:
– 30 m (afgeschermd, getwiste aders)
Geschikte kabel voor het betreffende BUS-systeem:
2-draads BUS/EMS 2: bijv. LiYCY 2 x 0,75 (TP)
2
CAN: 2 × 2 × 0,3 mm
; afgeschermd, getwiste aders
▶ Om inductieve beïnvloeding te vermijden: alle laagspanningskabels van netspan-
ning geleidende kabels afzonderlijk installeren (minimale afstand 100 mm).
EMS 2-/2-draads BUS-systeem op module aansluiten
▶ BUS-deelnemers met twee BUS-aansluitingen in serie schakelen ( afb. 6,
pagina 103) of BUS-deelnemer [B] met een verdeeldoos [A] in sterschakeling
( afb. 11, pagina 103) verbinden.
▶ Bij inductieve externe invloeden de kabels afgeschermd uitvoeren.
Daardoor zijn de elektrische kabels beschermd tegen externe invloeden (bijv.
krachtstroomdraden, bovenleiding, trafostations, radio- en TV-toestellen, ama-
teurzenders, magnetrons enz.).
BUS-systeem CAN op module aansluiten
Waarborg via de juiste stand van de twee schakelaars voor de
CAN-afsluiting, dat het CAN-systeem correct is aangesloten
( afb. 7, pagina 103).
▶ Zet beide schakelaars op ON, wanneer de module een eind-
punt is.
▶ Zet beide schakelaars op OFF, wanneer de module op een af-
takkingsleiding is aangesloten.
▶ Sluit de afscherming van de CAN-kabel in de module aan op CAN 1 (massa).
▶ Sluit een ader van een getwist aderpaar in de module aan op CAN 2 (CAN Low).
▶ Sluit de tweede ader (van het getwiste aderpaar dat voor CAN 2 wordt gebruikt)
in de module op CAN 3 (CAN High) aan ( afb. 7, pagina 103).
Maak de CAN-verbinding met de warmtepomp
▶ Zoek vrije aansluitingen voor CAN in de warmtepomp.
▶ Wanneer geen vrije aansluiting in de warmtepomp beschikbaar is, sluit dan de
CAN-kabel aan met een ander toebehoren.
Installatie
59

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis