Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Perel CMD01N Bedienungsanleitung Seite 13

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CMD01N:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 28
6.5
De detector fijn afstellen
Wanneer u met uw detector vertrouwd bent geraakt, kunt u hem fijnregelen om selectiever te gaan zoeken.
1) SENSITIVITY regelen [S]
Door de SENSITIVITY (gevoeligheid) op MIN. of MAX. of er tussenin te regelen, zorgt u ervoor dat de
zoekspoel ook voorwerpen kan opsporen die op verschillende dieptes in de grond liggen. Zet SENSITIVITY
op het maximum om de grond zo diep mogelijk te kunnen doorzoeken. Begint de detector te "ratelen", dan
kunt u dit geluid stoppen door de gevoeligheid (SENSITIVITY) een eind terug te draaien.
2) GROUND regelen [T]
Het zal even duren voor u de regeling van de GROUND-regelaar onder de knie hebt, maar het is voor de
precisie wel heel belangrijk. De GROUND-regelaar schakelt immers valse signalen door ertshoudende grond
uit.
1. Schakel over naar MODE VLF en breng de zoekspoel tot op ongeveer 1 à 4 cm van de grond.
2. Wijkt de wijzer naar rechts uit, draai dan GROUND naar links. Gaat de wijzer naar links, draai
GROUND naar rechts.
3. Breng de zoekspoel tot op 30 cm van de grond en druk op de rode knop op het handvat. De wijzer
komt weer in het midden te staan.
4. Herhaal stappen 1 - 3 tot de wijzer in het midden blijft telkens als u de zoekspoel dichter bij de
grond brengt.
Als GROUND eenmaal is afgesteld, is de detector afgestemd op de grondeigenschappen van deze locatie. U
hoeft dit niet meer te regelen, tenzij u besluit een andere plek te onderzoeken.
3) DISCRIMINTATIE regelen
Discriminatie slaat op het vermogen om verschillende soorten metaal te onderscheiden. Met de
DISCRIMINATION-knop bepaalt u in hoeverre de detector het onderscheid maakt tussen soorten ijzer- en
niet-ijzerhoudende metalen.
Als de MODE-knop op stand TR2 staat, begin dan met de DISCRIMINATION-knop in het midden. Pas de
positie van de knop aan terwijl u zoekt. Hoe hoger de DISCRIMINATION, hoe beter het onderscheid tussen
bijvoorbeeld grote stukken aluminium en goud. Maar kleinere, waardevolle voorwerpen, zoals muntstukken
of ringen, zouden wel eens overzien kunnen worden. Naarmate u DISCRIMINATION hoger zet zal de
detector - in deze volgorde - stukjes zilverpapier, dikkere folio's en metalen voorwerpen zoals treklipjes
afkomstig van aluminium blikjes negeren.
Opmerking: U dient DISCRIMINATION wel telkens opnieuw af te stellen als u van plaats verandert, want
elke locatie biedt nieuwe uitdagingen.
6.6
Misleidende signalen
De grote gevoeligheid van uw detector kan soms aanleiding geven tot misleidende interferenties met
afvalmateriaal en andere bronnen. De beste manier om aan dit soort misleidende signalen het hoofd te bieden,
is alleen te graven naar doelwitten die een sterk, herhaald signaal uitzenden terwijl u de zoekspoel heen en
weer zwaait boven de grond. De ervaring zal u leren hoe u toevallige signalen van vaste, reproduceerbare
signalen kunt onderscheiden.
U kunt dit soort problemen sterk reduceren door slechts kleine oppervlakten tegelijkertijd te onderzoeken. Voer
hierbij trage en korte, elkaar overlappende zwaaibewegingen uit.
6.7
Zoektips
Geen enkele metaaldetector is 100% betrouwbaar. Talrijke factoren kunnen de reacties van de detector bij het
opsporen van metaal beïnvloeden, zoals:
De hoek waarin het voorwerp zich in de grond bevindt.
De diepte waarop het voorwerp zich bevindt.
Het aandeel aan ijzer dat het voorwerp bevat.
De omvang van het voorwerp.
6.8
Een doelwit bepalen
Door uw doelwit zo precies mogelijk te bepalen, maakt u het opgraven makkelijker.
Een precieze bepaling vergt enige ervaring. We raden dan ook deze praktijkervaring op te doen door te zoeken
en opgravingen te doen op uw eigendom voor u andere plekken gaat ontdekken.
Soms wordt de precieze bepaling van het doelwit bemoeilijkt door de slingerrichting. Om het doelwit preciezer
te kunnen bepalen, kunt u proberen de richting van de slingerbeweging te veranderen.
Volg de volgende stappen om het doelwit te bepalen.
1. Wanneer de detector een begraven doelwit ontdekt, blijf de zoekspoel dan over het doel bewegen met
steeds kleinere zijdelingse slingerbewegingen.
2. Markeer de exacte plek op de grond waar de detector een geluidssignaal geeft.
V. 02 – 23/06/2014
CMD01N
13
©Velleman nv

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis