Mitsubishi Electric MR. SLIM SLZ-KF35VA2 Installationshandbuch Seite 55

4. De binnenunit installeren
A B
20
H
D
Fig. 4-3
A
C
B
1
F G
D E
D Plafond
E Plafondbalk
F Balk
G Dakbalk
Fig. 4-4
A
B
A Ophangbout (Ter plaatse aan te schaffen)
B Plafond
C Moer (Ter plaatse aan te schaffen)
D Sluitring (met isolatie) (Accessoire)
Fig. 4-5
576 - 610 D
Fig. 4-6
A
B
Fig. 4-7
140
C
F
120°
G
70
E
J
Aansluiting kanaalflens
I
A Unit
B Rooster
C Steun
2
J
H
I
H Gebruik schroefhulzen die elk 100-
150 kg kunnen dragen (Ter plaatse
aan te schaffen)
I Ophangbouten M10 (3/8") (Deze
moet u zelf kopen)
J Bewapeningsstaal
*B: Afstand tot ophangbout (zie Fig. 4-2 B voor details)
A
C
D
E
F
C
G
B
E Ophangplaat
D Sluitring (zonder isolatie) (Accessoire)
G Controleren met behulp van het meet-
plaatje
A Hoofdunit
B Plafond
C Meetplaatje (Roosteraccessoire)
D Afmetingen opening plafond
A Hoofdunit
B Plafond
C Installatiemal (Accessoire)
C
4.3. Installatie van kanaal (bij buitenluchttoevoer)
(mm)
(Fig. 4-3)
Voorzichtig:
Kanaalventilator en airconditioner koppelen
Als er een kanaalventilator wordt gebruikt, zorg er dan voor dat deze wordt ge-
koppeld met de airconditioner wanneer er buitenlucht moet worden aangezogen.
Laat de kanaalventilator niet alleen draaien. Dit kan leiden tot condensvorming.
Een kanaalflens maken (ter plaatse vervaardigen)
• De vorm van de kanaalflens zoals hiernaast is weergegeven, wordt aanbevolen.
De kanaalflens installeren
• Snijd de toevoeropening uit. Gebruik geen geweld.
• Bevestig de kanaalflens aan de toevoeropening van de binnenunit met drie (4 × 10)
zelftappende schroeven die apart moeten worden aangeschaft.
Het toevoerkanaal installeren (ter plaatse te vervaardigen)
• Maak een kanaal waarvan de binnendiameter in de buitendiameter van de kanaalf-
lens past.
• Als de ruimte boven het plafond warm en vochtig is, omwikkelt u het kanaal met
warmte-isolerend materiaal om te voorkomen dat zich condens vormt op de muur.
Verwijder de isolatie van het afvoervat.
A Aanbevolen vorm van de kanaalflens
(dikte minimaal 0,8)
B 3-ø5 gat
C Detailtekening van buitenluchttoevoer
D Binnenunit
E Plafond
4.4. Ophangconstructie (Zorg dat u een stevige con-
structie maakt daar waar u het apparaat ophangt)
(Fig. 4-4)
• Het werk aan het plafond hangt af van de constructie van het gebouw. U moet
aannemers en binnenhuisarchitecten raadplegen voor details.
(1) Omvang plafondverwijdering: Het plafond moet volledig horizontaal blijven en de
plafondconstructie (draagconstructie: houten latten en lattenhouders) moet worden
versterkt om het plafond te beschermen tegen trilling.
(2) Zaag de plafondconstructie door en verwijder deze.
(3) Versterk de uiteinden van de plafondconstructie op de plekken waar deze is
doorgezaagd en maak een extra constructie om de uiteinden van de plafondplaten
vast te zetten.
(4) Wanneer de unit wordt bevestigd aan een hellend plafond plaatst u een afstands-
blok tussen het plafond en het rooster zodat de unit horizontaal hangt.
1 Houten constructies
• Gebruik bevestigingsbalken (voor laagbouw met alleen begane grond) of zwaardere
verdiepingsbalken (voor huizen met verdiepingen) als versteviging.
• Houten balken voor ophanging van airconditioners moeten stevig zijn en de balk-
doorsnede moet ten minste 6 cm zijn als de h.o.h. afstand tussen de balken niet
meer dan 90 cm is. De balkdoorsnede moet tenminste 9 cm zijn als de h.o.h afstand
tussen de balken niet meer dan 180 cm is. De maat van de ophangbouten moet
ø10 (3/8 ) zijn. (De bouten moet u zelf kopen.)
"
2 Voor gewapend beton constructies
Zet de ophangbouten op de afgebeelde wijze vast, of gebruik stalen of houten hangers,
enz. om de ophangbouten te installeren.
4.5. Werkwijze om de unit op te hangen (Fig. 4-5)
Hang de hoofdunit op zoals aangegeven in de tekening.
1. Plaats vooraf de verschillende onderdelen op de ophangbouten in de volgorde:
sluitringen (met isolatie), sluitringen (zonder isolatie) en de dubbele moeren.
• Doe de sluitring met isolatie er zo op dat de kant met de isolatie naar beneden is
Min. 30
gericht.
• Als er bovensluitringen worden gebruikt om de hoofdunit op te hangen, dienen de
onderste sluitringen (met isolatie) en moeren (dubbel) er later worden opgezet.
2. Hijs het apparaat op tot de juiste hoogte van de ophangbouten om de ophangplaat
tussen de sluitringen te plaatsen en zet het dan stevig vast.
3. Als u het apparaat niet exact tegen het gat in het plafond kunt ophangen, dan
kunt u het verschuiven door middel van een gleuf in de ophangplaat. (Fig. 4-6)
• Zorg ervoor dat stap A binnen het bereik 37-42 mm blijft. Er kan schade optreden
als u niet binnen dit bereik blijft.
4.6. De exacte positie van het apparaat vaststellen en
de ophangbouten vastzetten (Fig. 4-7)
• Met behulp van de meetstok die aan het rooster is bevestigd, zorgt u ervoor dat de
onderkant van de hoofdunit goed is uitgelijnd met de opening in het plafond. Con-
troleer dit extra goed, anders kan er condensatie en druppelvorming plaatsvinden
door luchtlekkage, enz.
• Controleer of de hoofdunit volkomen horizontaal is met behulp van een waterpas
of een met water gevulde vinylslang.
• Na controle van de positie van de hoofdunit, bevestigt u de moeren van de ophang-
bouten stevig om de hoofdunit vast te maken.
• De installatiemal kan worden gebruikt als bescherming om te voorkomen dat er
stof in de hoofdunit komt, zolang de roosters nog niet zijn bevestigd of wanneer u
nog aan het plafond wilt werken nadat de unit is geïnstalleerd.
* Raadpleeg voor fittingdetails de instructies over de installatiemal.
F 3-Zelftappende schroefgat
G ø73,4 toevoeropening
H Kanaalflens (ter plaatse vervaardigd)
I 4 × 10 Zelftappende schroef (ter plaatse
aangeschaft)
J Isolatie
55