Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

BASETech TDV-1360 Bedienungsanleitung Seite 11

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Foto-modus
Schakel de camcorder aan en druk zo vaak op de toets „MODE" (4) totdat in de display links-
boven het fotosymbool („
") verschijnt.
Foto maken: Druk kort op de opnametoets (10). Rechtsboven in de display wordt weergegeven
hoeveel foto's nog kunnen worden geregistreerd (weergave afhankelijk van de fotoinhoud en het
comprimeren van de beeldbestanden). Let op dat het objectief (12) niet wordt bedekt.
Zelfontspanner: Druk meerdere keren op het bedieningskruis rechts, zodat de zelfontspanner
in de display wordt weergegeven (2 seconden „
u nu op de opnametoets (10) drukt, start de zelfontspanner (er is een geluidsignaal hoorbaar
tijdens de activeringsvertraging).
Reeksopname: Druk meerdere keren op het bedieningskruis rechts, zodat in de display het
symbool „
" verschijnt. Wanneer u nu kort op de opnametoets (10) drukt, worden 3 foto's
genomen (in een afstand van ongeveer 1 seconde).
Digitaalzoom: Wanneer het bedieningskruis aan de boven- of onderkant wordt ingedrukt, kan
daarmee de digitaalzoom worden ingesteld. Het vergrotingspercentage wordt op de display
weergegeven.
Menu oproepen: Druk op de toets „MENU" (6) om het menu te activeren of om het weer te ver-
laten.
Met het bedieningskruis kan de gewenste functie worden gekozen (bedieningskruis aan de
boven- of onderkant indrukken). Bevestig uw keuze met de toets „OK".
Verander een instelling met het bedieningskruis (boven- of onderkant indrukken), bevestig de
instelling met de toets „OK".
De volgende menupunten zijn beschikbaar:
• „Resolutie": Kies hier de gewenste resolutie voor de foto. Hoe hoger de resolutie, hoe groter
de afbeelding en hoe meer details er te zien zijn. Bij hogere resoluties dan de interne sensor
bezit (1.3 megapixel) wordt de afbeelding geinterpoleerd.
• „Quality": Hier kan het compressiepercentage worden ingesteld. Hoe hoger de compressie
van afbeeldingsbestanden, hoe meer afbeeldingen op de geheugenkaart passen, maar des te
lager is de afbeeldingskwaliteit.
• „Metering": Stel hier in hoe de berekening voor de juiste afbeeldingshelderheid moet plaats-
vinden („Center" = groter afbeeldingsbereik in het midden, „Multi" = gemiddelde waarde over
de totale afbeelding, „Spot" = spotmeting in het afbeeldingsmidden).
• „White Balance": Stel hier de gewenste witcompensatie in („Auto" = automatisch, „Daylight" =
daglicht, „Cloudy" = bewolkt, „Fluorescent" = kunstlicht/TL-lampen, „Tungsten" =
kunstlicht/gloeilamp)
• „Driver Mode": Hier kan worden ingesteld, welke functie bij het indrukken van de opnametoets
wordt geactiveerd („OFF" = normale functie van de opnametoets, „Self Timer 2s" = zelfont-
spanner voor 2 seconden, „Self Timer 10s" = zelfontspanner voor 10 seconden, „Burst" =
reeksopname).
Daardoor hoeft u niet voortdurend de zelfontspanner of de reeksopname in te stellen, echter
kan dit als „Standaard" worden ingesteld.
Bovendien: Wordt in dit menu „Burst" voor de reeksopname gekozen, dan kan later bij het
fotograferen met het bedieningskruis (rechts indrukken) de zelfontspanner worden
geactiveerd, zodat de zelfontspanner dan 3 afbeelingen (in plaats van 1 afbeelding) regis-
treert.
Selecteer „OFF" zo dat de opnametoets (10) weer de „normale" functie heeft.
• „Effect": Kies uit verschillende afbeeldingseffecten („Normal" = normale afbeelding, „B&W" =
zwart-wit-afbeelding, „Sepia" = sepiakleurige afbeelding, „Red/Green/Blue" = rode/groene/blauwe
afbeelding).
• „Date Stamp" = weergeven van datum en tijd in de afbeelding („OFF" = uitgeschakeld, „Date" =
datum wordt weergegeven, „Date & Time" = datum en tijd worden weergegeven). Let op dat deze
weergave in de afbeelding zelf wordt opgeslagen, d.w.z. de desbetreffende afbeeldingsinhoud gaat
daarbij verloren resp. de weergave kan storend zijn bij het afdrukken of bewerken van de afbeelding!
Video-modus
Schakel de camcorder in en druk zo vaak op de toets „MODE" (4), totdat in de display linksboven
het videosymbool („
") verschijnt. Rechtsboven in de display wordt aangegeven hoeveel
minuten/seconden opnameduur nog ter beschikking staat (bij de huidige gekozen resolutie resp.
afbeelding(en)).
Video opnemen: Druk kort op de opnametoets (10). Rechtsboven in de display wordt de duur
van de huidige opname weergegeven. Let op dat het objectief (12) niet wordt bedekt. Om de
opname te beeindigen, drukt u opnieuw kort op de opnametoets (10).
Pauze: Druk rechts op het bedieningskruis, zodat in de display een pauzesymbool wordt
weergegeven, de opname wordt gepauzeerd. Druk opnieuw rechts op het bedieningskruis om de
opname te vervolgen.
Digitaalzoom: Wanneer het bedieningskruis aan de boven- of onderkant wordt ingedrukt, kan
daarmee de digitaalzoom worden ingesteld. Het vergrotingspercentage wordt op de display
weergegeven.
Menu oproepen: Beeindig eerst een eventuele lopende opname. Druk dan op de toets „MENU"
(6) om het menu te activeren of om het weer te verlaten.
Met het bedieningskruis kan de gewenste functie worden gekozen (bedieningskruis aan de
boven- of onderkant indrukken). Bevestig uw keuze met de toets „OK".
Verander een instelling met het bedieningskruis (boven- of onderkant indrukken), bevestig de
instelling met de toets „OK".
De volgende menupunten zijn beschikbaar:
• „Movie Size": Kies hier de gewenste resolutie voor de video (320 x 240 of 640 x 480).
• „Frame Rate": Hier kan voor de opname tussen de afbeeldingsfrequenties 15 of 30
afbeeldingen per seconde worden gekozen.
" of 10 seconden „
" mogelijk). Wanneer
• „Metering": Stel hier in hoe de berekening voor de juiste afbeeldingshelderheid moet plaats-
vinden („Center" = groter afbeeldingsbereik in het midden, „Multi" = gemiddelde waarde over
de totale afbeelding, „Spot"= spotmeting in het afbeeldingsmidden).
• „White Balance": Stel hier de gewenste witcompensatie in („Auto" = automatisch, „Daylight" =
daglicht, „Cloudy" = bewolkt, „Fluorescent" = kunstlicht/TL-lampen, „Tungsten" =
kunstlicht/gloeilamp)
Mic-modus (voor geluidsopname)
Schakel de camcorder aan en druk zo vaak op de toets „MODE" (4), totdat in de display links-
boven het microfoonsymbool („
") verschijnt.
Rechtsboven in de display wordt weergegeven hoeveel minuten/seconden nog als opnameduur
ter beschikking staat.
Geluid opnemen: Druk kort op de opnametoets (10). Rechtsboven in de display wordt de duur
van de huidige opname weergegeven. Om de opname te beeindigen, drukt u opnieuw kort op
de opnametoets (10).
Pauze: Druk boven op het bedieningskruis, zodat in de display een pauzesymbool wordt
weergegeven, de opname wordt gepauzeerd. Druk opnieuw boven op het bedieningskruis om de
opname te vervolgen.
Play-modus
Schakel de camcorder aan en druk zo vaak op de toets „MODE" (4), totdat in de display links-
boven het play-symbool („
" verschijnt. Hier kunnen alle foto's, video's en microfoonopnamen
worden afgespeeld.
Met het bedieningskruis (links of rechts indrukken) kunt u naar het volgende of vorige bestand
(video, foto of microfoonopname) wisselen.
Wordt linksonder een klein videosymbool „
video-opname met de opnametoets (10) gestart of gepauzeerd worden.
Bij een microfoonopname verschijnt in de display het microfoonsymbool „
weergave met opnametoets (10) worden gestart of gepauzeerd.
Wordt het bedieningskruis aan de onderkant ingedrukt, dan verschijnt in de display een preview
met kleine afbeeldingen. Met het bedieningskruis kan nu de gewenste afbeelding/video resp. de
microfoonopname worden geselecteerd, bevestig met de toets „OK".
Menu oproepen: Druk op de toets „MENU" (6) om het menu te activeren of om het weer te ver-
laten.
Met het bedieningskruis kan de gewenste functie worden gekozen (bedieningskruis aan de
boven- of onderkant indrukken). Bevestig uw keuze met de toets „OK".
Verander een instelling met het bedieningskruis (boven- of onderkant indrukken), bevestig de
instelling met de toets „OK".
De volgende menupunten zijn beschikbaar:
• „Lock....": Hier kan het momenteel geselecteerde bestand (afbeelding, video, microfoonop-
name) tegen het wissen worden beveiligd („Lock/Unlock one") resp. weer worden vrijgegeven.
Het is ook mogelijk om alle bestanden te beveiligen („Lock All") of weer vrij te geven („Unlock All").
Bij een beveiligd bestand verschijnt later bij de weergave een klein sleutelsymbool in de display.
• „Delete....": Met deze functie kan het huidig geselecteerde bestand (afbeelding, video,
microfoonopname) worden gewist; het is ook mogelijk om alle bestanden te wissen.
• „Slide Show": Alle foto's kunnen in een diashow automatisch worden weergegeven. Het is
belangrijk dat voor het oproepen van het menu een foto werd geselecteerd (geen video- of
microfoonopname), omdat anders de functie niet mogelijk is („Slide Show" wordt grijs
weergegeven en is niet activeerbaar).
Kies vervolgens de gewenste weergaveduur („Interval") met het bedieningskruis (rechts/links
indrukken) tussen 1 en 10 seconden.
Bovendien kan bij „Repeat" worden ingesteld of de diashow na weergave van alle foto's
opnieuw moet starten („Yes"/"No").
• „Effect": Kies hier de verschillende afbeeldingseffecten voor de weergave.
• „Rotate": De afbeelding kan in deze functie in 90°-stappen draaien („Rotate"); de wijziging kan
ook worden opgeslagen („Save"). Wordt „Back" geselecteerd, dan keert u terug naar het
hoofdmenu.
• „Resize": De afbeelding kan hier worden verkleind, selecteer de doelgrootte. Een vergroting
van de afbeelding is niet mogelijk.
• „Voice Memo": Met behulp van deze functie kan bij een foto een gesproken opmerking worden
opgenomen, dit om bijvoorbeeld informatie over de afbeelding op te slaan. Met de
opnametoets (10) wordt de opname beeindigd.
Wanneer u nu in de „Play"-modus de foto's bekijkt, dan wordt aanvullend bij de foto links in de
display een klein microfoonsymbool weergegeven, wanneer een gesproken opmerking
aanwezig is. De weergave kan door het indrukken van de opnametoets (10) worden gestart of
beeindigd.
• „Start-up Image": U kunt de momenteel in de display weergegeven foto als startafbeelding (bij
het inschakelen van de camcorder) laten weergeven. Met „Set" wordt de foto geselecteerd en
als startafbeelding overgenomen.
Let a.u.b. op dat u aansluitend in het „Setup"-menu het gebruik van de eigen afbeelding als
startafbeelding nog moet activeren.
Setup-menu
Schakel de camcorder in en druk op de toets „MENU", zodat het menu verschijnt. Druk rechts
op het bedieningskruis, zodat het setup-menu wordt geselecteerd.
Let a.u.b. op dat het setup-menu uitsluitend in „Foto"- en „Video"-modus kan worden geactiveerd
(niet in de Mic- en Play-modus!).
" weergegeven, dan kan de weergave van de
", ook hier kan de

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis