Ingebruikname - indexa GA50 Bedienungsanleitung

• Sluit de 12 V DC schroefklemmen
op de bijgeleverde netadapter of op een
12 V DC-bron van de stroomvoorziening
in de auto, caravan of boot. Bij een dub-
bele aansluiting (parallelaansluiting) wordt
het netapparaat beschadigd.
• Bouw bij de aansluiting aan de 12 V DC-
accu een smeltpatroonhouder (zekering
250 mA) in de 12 V DC-aansluitkabel.
• Knip de pagina "BELANGRIJKE AANWIJ-
ZINGEN" uit uw gebruiksaanwijzing.
Bevestig hem goed leesbaar direct naast
het gasalarm aan de muur en vul daarop
de datum van ingebruikname in.
• Noteer de datum van de inbedrijfstelling
ook op de hiervoor bedoelde plaats aan
de zijde van het gasalarm.

Ingebruikname

Voorbereiding en vereist materiaal
Het beschreven materiaal is niet bij de levering
inbegrepen. Het gaat hierbij om niet-bindende
gegevens en waarden ter oriëntatie. De hoe-
danigheid van het materiaal is afhankelijk van
de individuele voorwaarden ter plekke.
U hebt het volgende nodig:
o stroomvoorziening: 12 V DC netadapter-
aansluiting op een contactdoos 230 V~
50 Hz, of 12 V DC boordstroomvoorziening.
o een kruiskopschroevendraaier voor de
NL
30
aan montage met de bevestigingsschroeven.
i
o een pen voor de kenmerking van de mon-
tageplaatsen.
o een boormachine voor de boorgaten.
o een smeltpatroonhouder (zekering 250 mA /
Tr.) - alléén bij aansluiting op het boordnet.
Montageplaats kiezen
Bij gaslekkages kunnen gasmelders alleen
alarm geven wanneer het uitstromende gas
hen ook bereikt. Alles wat het gas eraan hindert,
in de behuizing te dringen, kan ertoe leiden
dat het alarm vertraagd of helemaal niet actief
wordt. Kies de montageplek zo dicht mogelijk
bij het gastoestel, in géén geval verder dan 4 m
(vloeibaar gas) resp. 6 m (methaan) daarvan
verwijderd (zie afb. C).
Waarborg dat de contactdoos voor de aanslui-
ting van de 12 V DC netadapter max. 2 m van
de montageplaats van het gasalarm verwijderd
is. Selecteer de montageplaats voor de regi-
stratie van stads-, aard- en methaangas zo
hoog mogelijk aan de muur. Deze dient zich op
een hoogte van 15 - 30 cm beneden het
kamerplafond te bevinden. In ieder geval echter
boven de hoogste deur- of raamopening. Deze
gassen zijn lichter dan lucht en stijgen daarom
van beneden naar boven.
Selecteer de montageplaats voor de registratie
van propaan- en butaangas beneden aan de