Functies en indicaties
Werking van de LED's
Weergave van de softwareversie
Direct na de spanningsvoorziening, wordt de softwareversie van de RF-repeater aangegeven door
de LED's.
Daarvoor moet de sabotageschakelaar geopend zijn.
Opmer-
king
De linker rode LED geeft de hoofdsoftwareversie aan.
De rechter groene LED geeft de nevensoftwareversie aan.
De middelste gele LED geeft de variant aan.
Voorbeeld:
1x knipperen linker rode LED
2x knipperen middelste gele LED
Softwareversie "1.3.2"
Indicatie signaalsterkte
Na programmering op de centrale geven de LED's de signaalsterkte tussen centrale en repeater
aan.
Tijdens de werking test u de signaalsterkte door een melding naar de centrale te sturen. Schakel
daarvoor een draadloze uitgang in en uit. Daarvoor moet de sabotageschakelaar geopend zijn.
Rood: zwakke signaalsterkte
Rood en geel: gemiddelde signaalsterkte
Rood, geel en groen: goede signaalsterkte
Voor het testen van de signaalsterkte tijdens de werking zet u de centrale installa-
teurmodus. Dan gaat er geen sabotagealarm af bij het openen van de repeater.
Opmer-
king
Fabrieksinstelling
Als de repeater nog een keer in de centrale wordt geprogrammeerd, worden alle vorige koppelin-
gen verworpen. In feite wordt de repeater gereset op de fabrieksinstellingen.
Storings- en sabotagebeveiliging
De repeater bewaakt continu storings- en sabotagetoestanden en meldt alle gebeurtenissen aan
de centrale. Het volgende wordt bewaakt:
Sabotagecontact:
3x knipperen rechter groene LED
Functies en indicaties
65 |
NL