22
Uitwisselen van de
adresseerkaarten
Voor elk toestel resp. combinatie van "audio"-
toestellen is een aparte, met tekst bedrukte
adresseerkaart bestemd, die de functies van de
toetsen kenmerkt. Voor atelier toestellen die
op afstand bediend kunnen worden en die
later op de markt geïntroduceerd zullen wor-
den, is de bedrukte adresseerkaart bij het be-
treffende toestel gevoegd. Vervang de lege
adresseerkaart in de RC1 door de nieuwe, be-
drukte kaart. Dit gebeurt als volgt:
@ Stel de adresseerschuif in op de naam van
het betreffende toestel.
@ Open de klep door op de ontgrendelings-
toets te drukken.
@ Til de nu onder liggende, lege adresseer-
kaart een beetje op en trek hem er dan
voorzichtig uit (zie tekening).
@ De nieuwe, bedrukte adresseerkaart zet u
nu zo in de plaats van de lege kaart, dat de
beide open klemmen van de adresseerkaart
(zie volgende tekening) om het asje van het
scharnier pakken.
@ De klep weer dichtdrukken.
Als bij het uitwisselen van de adresseerkaart of
na een onopzettelijke bediening de regis-
terinrichting van de RC1 verschoven is, pro-
beert u dan niet de klep met geweld te sluiten.
Corrigeer de fout als volgt:
@ Controleer (bij nog geopende klep) dat het
aantal in de klep vastgehouden kaarten over-
eenstemt met de stand van de adresseerschuif.
D.w.z. dat de kaart die nu bovenop ligt in het
onderdeel de tekst voor het in het venster
aangegeven toestel moet hebben.
@ Nu moet de witte punt op de rechthoekige
knop in de opening rechts naast de bovenop
liggende adresseerkaart op de hoogte van de
witte punt op de adresseerkaart staan of daar
eventueel heen geschoven worden.
23