• Sluit randapparatuur zoals toetsenbord, muis en monitor al-
leen aan wanneer het notebook is uitgeschakeld om scha-
de aan het notebook of de andere apparatuur te voorkomen.
Sommige apparaten kunnen ook worden aangesloten wan-
neer het notebook is ingeschakeld. Dit is meestal het geval bij
apparatuur met een USB-aansluiting. Volg in elk geval de in-
structies in de bijbehorende handleiding.
• Let erop dat u voor verbindingen tussen dit notebook en ex-
terne interfaces uitsluitend gebruik mag maken van afge-
schermde kabels met een lengte van maximaal 3 meter. Voor
het aansluiten van printers moet u gebruik maken van dubbel
afgeschermde kabels.
• Vervang de meegeleverde kabels niet door andere kabels.
Maak uitsluitend gebruik van de meegeleverde kabels omdat
deze in onze laboratoria uitgebreid zijn getest.
• Maak voor het aansluiten van uw randapparatuur ook uitslui-
tend gebruik van de kabels die met de apparatuur worden
meegeleverd.
• Zorg dat alle verbindingskabels zijn aangesloten op de bijbe-
horende randapparatuur om interferentie te voorkomen. Ver-
wijder kabels die niet in gebruik zijn.
• Op het notebook mag alleen apparatuur worden aangeslo-
ten, die voldoet aan de norm EN 60950 „Veiligheid van infor-
matietechnologie" of de standaard EN60065 „Veiligheidseisen
- audio-, video -en soortgelijke elektronische apparatuur".
2.10.
Opmerkingen over het touchpad
• Het touchpad wordt bediend met de duim of een andere vin-
ger en reageert op de energie die via de huid wordt afgege-
ven. Maak voor het bedienen van de touchpad geen gebruik
van een balpen of andere voorwerpen omdat het touchpad
hierdoor beschadigd kan worden.
NL
FR
DE
15 van 236