M.A.S. MAS S 11 Gebrauchsanleitung Seite 19

moeten voor het begin van de werkzaamheden overeenkomstige voorzorgs-
maatregelen worden getroffen, zodat een val over de kant uitgesloten is of
moet voor het begin van de werkzaamheden een kantbescherming worden
gemonteerd of
moet er contact worden opgenomen met de fabrikant.
2. Het aanslagpunt van de bewegende geleiding mag niet onder het standvlak (bijv.
platform, platdak) van de gebruiker liggen.
3. De afbuiging aan de kant (gemeten tussen de beide benen van de bewegende geleiding)
moet minstens 90° bedragen
4. De noodzakelijke vrije ruimte onder de kant bedraagt minstens 5 m.
5. Het deelsysteem moet steeds zodanig worden gebruikt, dat er geen slappe lijn ontstaat.
Een lengteverstelling mag enkel gebeuren, wanneer de gebruiker zich daarbij niet in de
richting van de valkant beweegt.
6. Om een pendelval te voorkomen, moeten het werkgebied resp. zijdelingse bewegingen
uit de middenas aan beide zijden op respectievelijk max. 1,50 m worden begrensd. In
andere gevallen mogen geen individuele aanslagpunten, maar bijv. aanslaginrichtingen
van klasse D conform DIN-EN 795 worden gebruikt.
7. Opmerking: Bij een val over een kant bestaat er gevaar voor verwondingen tijdens de
valbeveiliging doordat de vallende persoon tegen bouwelementen resp.
constructieonderdelen slaat.
8. Voor het geval van een pendelval over de kant moeten bijzondere reddingsmaatregelen
worden vastgelegd en geoefend.
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen zijn geen vrijbrief voor gebruikers, maar een
hulpmiddel voor de veiligheid van de gebruiker voor kortstondige werkzaamheden. Ze mogen
enkel in overeenstemming met het gebruiksdoeleinde worden ingezet en mogen nooit voor een
andere toepassing oneigenlijk worden gebruikt.
Dit persoonlijk beschermingsmiddel mag enkel door opgeleid personeel en/of op een andere
wijze deskundig personeel worden gebruikt of door een gebruiker die onder het directe toezicht
van een dergelijke persoon staat.
Verder moet voor het gebruik van deze uitrusting in acht worden genomen, hoe een eventueel
noodzakelijke redding veilig kan worden bereikt.
Een vervanging van bestanddelen van dit systeem mag enkel door de fabrikant
worden uitgevoerd.
3. Compatibiliteit
Deze meelopende valbeveiligers van het type MAS S 11 en S 16-H mogen uitsluitend in
combinatie met een harnasgordel (DIN - EN 361) worden gebruikt.
De ingenaaide bandvaldemper in het ringoog mag niet worden gemanipuleerd of verlengd,
anders bestaat er levensgevaar.
4. Controle
Deze meelopende valbeveiliger aan een bewegende geleiding moet voor ieder gebruik worden
onderworpen aan een visuele controle. De functies van de valbeveiliger moeten door de
gebruiker voor elk gebruik worden gecontroleerd.
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen (PBM) moeten indien nodig, maar minstens
éénmaal binnen de twaalf maanden door een deskundige worden gecontroleerd. De fabrikant is
deskundige. Hij kan andere deskundigen de opdracht tot de keuring geven. Door een val belaste
PBM moeten onmiddellijk buiten gebruik worden gesteld en ter controle naar de fabrikant worden
gestuurd.
MAS GmbH, valbeveiligingen, Unterm Gallenlöh 2, D-57489 Drolshagen, www.masonline.de
Copyright by MAS GmbH · Uittreksels en kopieën alleen met toestemming van MAS GmbH20.02.2007
19