Werbung
Fig. 3
Bild wird montiert
9220
Fig. 4
Fig. 5
In Fig. 3 sind die Signale 9225 als Ausfahrsignale in Richtung A � B dargestellt. Der automatische Lichtwechsel, sowie
die Zugbeeinflussung erfolgt durch die Weichen 9141 oder 9143, an denen die beiden Drahtbrücken A und B entfernt
werden müssen (siehe auch Betriebsanleitung der Weichen).
Fig. 4 zeigt die Parallelschaltung von 9220 und 9225 in Verbindung mit dem Langsamfahrwiderstand 6954 und dem
Gleichrichter 6950. Der Widerstand bewirkt bei »Halt erwarten« zeigendem Vorsignal (gelb) eine automatische
Herabminderung der Geschwindigkeit bis zum »Halt« zeigenden Hauptsignal (rot). Bei »Fahrt erwarten« zeigendem
Vorsignal (grün) wird die Langsamfahrstrecke durch den Gleichrichter B überbrückt, so dass der Zug mit gleichblei-
bender Geschwindigkeit an den Signalen vorbeifährt. Durch Hinzufügen des Gleichrichters A wird die Durchfahrt eines
Gegenzuges ohne Halt ermöglicht.
Fig. 5 zeigt den Anschluss an den Empfängerbaustein 6852 der FLEISCHMANN-Mehrzugsteuerung.
Hinweis: 6950 und 6954 sind nicht geeignet für Digital betrieb.
9225
9225
9225
FLEISCHMANN
EMPFÄNGERBAUSTEIN
FLEISCHMANN
EMPFÄNGERBAUSTEIN
6852
Light-signals 9220 · 9225
Our light-signals 9220/9225 are scale models of the real thing. Each one has three color-coded lead wires (Fig. 1). The signals can be
operated either from controls 6901/6921 at the control panel or automatically in conjunction with track switches or relays. (Operating
voltage 12 – 14 V ~).
Bulb 6536 is available as replacement and has a soldered-on wire lead. To replace the bulb, pull off the frame of the signal mast and
then carefully remove the bulb with its wire lead. To install the new one simply reverse this process.
Fig. 2 shows signal 9225 with train control. The control-unit 6901/6921 changes the signal lights and simultaneously turns on or off
the motive power in the track between insulating gaps 9403. If a train running in the opposite direction on the same track is to pass
the signal unhampered, the insulating gap in the track must be bridged by a track-rectifier 6950.
In Fig. 3 signals 9225 are shown hooked up as departure signals for trains from A toward B. Automatic change of signal aspect is
accomplished through switches 9141 0r 9143, in which the two wire bridges A and B must be removed. (See operating instructions
for the switches).
Fig. 4 shows 9220 and 9225 hooked up in parallel in connection with slow-down resistance 6954 and rectifier 6950. When the distant
signal shows yellow ("proceed prepared to stop at red signal"), the resistance will cause the train to slow down ready to stop at the
home signal. When the distant signal shows green ("home signal is at clear") the slow zone is bridged by rectifier B, permitting the
train to steam past the signal at speed. Adding rectifier A permits a train coming from the opposite direction to pass through unhin-
dered.
Fig. 5 shows the connection onto a receiver module 6852 of the FLEISCHMANN Multi-train control system. Additional wiring diagrams
can be found in the N Model Railway Plans Book 9957.
Please note: Articles 6950 and 6954 are not suitable for digital operation.
Signaux lumineux 9220 · 9225
Les signaux lumineux 9220/9225 sont des reproductions exactes des signaux des chemins de fer allemands ; ils possèdent 3 cables
de raccordement de couleurs differentes (fig. 1). Ils peuvent être commandés à distance soit par les postes de commande 6901/6921,
soit automatiquement par des aiguillages ou des relais (Tension de service: 12 – 14 V ~). L'ampoule 6536 munie d'un fil de ralonge est
utilisée comme pièce de rechange. Son remplacement s'effectue de la manière suivante :
On enlève la plate-forme avec sa rambarde, on retire précautionneusement du mât l'ampoule et son fil. Le remontage se fait en sens
inverse.
La fig. 2 montre le signal 9225 avec influence sur le train. Le poste de commande 6901/6921 fait changer les couleurs du signal et, en
même temps il coupe ou rétablit le courant dans la section de voie isolée entre les éclisses isolantes 9403. Si on désire qu´un train
venant de la direction opposée dépasse le signal, il faudra ponter la section isolée au moyen d´une cellule de sectionnement 6950.
Dans la fig. 3 les signaux 9225 sont représentés comme signaux de sortie dans le sens A � B. L'inversion automatique des feux, ainsi
que l'influence sur le trains peut se faire au moyen des aiguillages 9141 ou 9143 auxquels on aura retiré les pontages A et B (voir aussi
la notice jointeaux aiguillages).
La fig. 4 montre le cablage parallèle des signaux 9220 et 9225 lorsqu'ils sont utilisés avec la résistance de ralentissement 6954 et avec
la cellule 6950. Lorsque le signal avertisseur est fermé (feux jaunes) la résistance provoque un ralentissement du train jusq'à ce qu'il
arrête devant le feu rouge du signal d'arrêt. Par contre, lorsque le signal avertisseur est ouvert (feu verts), la résistance de ralentisse-
ment est court-circuitée par la cellule B de telle sorte que le train passe sans ralentir.
L'incorporation d´une cellule A permet la circulation des trains venant en sens inverse sans qu'ils soient influencés par la position des
signaux.
La fig. 5 détaille le raccordement au module récepteur 6852 de la Multi-Commande FLEISCHMANN. Pour d'autres couplages, con-
sultez le Manuel Technique N 9957.
Attention: Les articles 6950 et 6954 ne sont pas compatibles poar l'operation digitale.
6852
Lichtsignalen 9220 · 9225
De lichtsignalen 9220/9225 zijn gemaakt naat het voorbeeld van de signalen in gebruik bij de DB; en zijn voorzien van een driekleuri-
ge aansluitkabel (Fig. 1).
Deze signalen kunnen vanuit het schakelpaneel middels wisselschakelaar 6901/6921 of automatisch door wissels of relais bediend
worden (Aansluitspanning: 12 – 14 V ~).
Als onderdeel wordt de gloeilamp met een vastgesoldeerde draad geleverd. Het verwisselen van de gloeilamp geschiedt op de vol-
gende manier:
Eerst wordt de mastkorf eraf gehaald, dan wordt de gloeilamp met de draad voorzichtig van de mast gehaald. Het inbouwen van het
onderdeel geschiedt in omgekeerde volgorde.
Fig. 2 toont het signal 9225 met schakeling via de trein. Door schakelaar 6901/6921 wisselt het licht in het signaal en ook de rijstroo-
monderbreking op de neutrale zone tussen de geisoleerde raillassen 9403 bij het op stopstaande signaal. Moet een uit de andere
richting komende trein het signaal voorbij rijden, zo moet de neutrale zone door een baanvablok gelijkrichter overbrugd worden.
Fig. 3 toont het signaal 9225 als uitrijsignaal in de richting A � B. De automatische lichtwisseling geschiedt evenals de beïnvloeding
van de trein door de wissels 9141 en 9143, waarvan de beide draadbruggen A en B verwijderd moeten worden. (Zie ook gebruiks -
aanwijzimg van de wissels).
Fig. 4 toont de parallelschakeling van 9220 en 9225 in verbinding met langzaamrijweerstand 6954 en de gelijkrichter 6950. De weer-
stand beïnvloedt het toekomstige stopteken (geel) van het voorsignaal voor een automatische snelheidsvermindering tot het stop -
hoofsignaal (rood). Bij het op doorijstaande voorsignal (groen) wordt de langzaamrijweerstand door gelijkrichter B overbrugd en kan
de trein met gelijkblijvende snelheid langs het signaal rijden. Door aanbrengen van gelijkrichter A wordt het doorijden van een van de
andere kant komende trein mogelijk gemaakt.
Fig. 5 laat de aansluiting aan de ontvangerbouwsten 6852 van het FLEISCHMANN-DIGITAAL systeem zien. Raadpleeg voor overige
schakelingen het N "Piccolo" Modelspoorboek 9957.
Opmerking: De schakeltoebehoren 6950 en 6954 zin niet geschikt voor het digitale systeem.
Werbung
