SSS Siedle SCOM 611-02 Produktinformation Seite 12

Nederlands
Toepassing
Codeslot als invoereenheid voor toe­
gangscontrole en voor het plaatsen
van deuroproepen.
Afhankelijk van de functie-omvang
van de toegangscontrole en van het
spraaksysteem worden voor beheer
en stuurfuncties additionele appa­
raten benodigd.
• LED als statusweergave, alleen bij
Vario (extern potentiaalvrij contact)
• DO-toets voor de directe deurope­
ning via de EC 602-...
• Stuurfuncties (bijv. poort)
Elektrische spanning
Inbouw, montage en onderhouds­
werkzaamheden aan elektrische
apparaten mogen uitsluitend door
een elektro­vakman worden uitge­
voerd.
Reikwijdte
Het in de totale Vario­Bus aange­
legde leidingnet mag 2000 m niet
overschrijden. De sleepweerstand
(heen­ en terugleiding tussen
functie­eenheid en stuureenheid)
mag 20 Ohm niet overschrijden. Bij
0,8 mm aderdoorsnede geeft dat
een reikwijdte van ca. 260 m.
Programmering
De programmering van de
SCOM 611-... geschiedt via het
betreffende additionele apparaat.
De procedure wordt in de betref­
fende programmeerhandleiding
beschreven.
12
De spanningsverzorging van de Vario
bus componenten geschiedt via een
aparte transformator TR 602-.../
TR 603-...
Het moet zijn veilig gesteld, dat
de verzorgingsspanning bij een
maximaal stroomverbruik op ieder
apparaat op geen moment 9 V AC
onderschrijdt.
1 Aansluitprintplaat
Bij opbouw deurstations: Aansluiting
niet via de aansluitprintplaten, maar
analoog naar de Siedle Vario via
klemmenblokken.
Klemmenindeling
bv, cv Verzorgingsspanning
12 V AC
Da, Db Vario­Bus
E1, E2 Aansluiting externe
deuropenertoets
b, c voor additionele span­
ningsverzorging bij een
groot aantal verlichte
oproeptoetsen
Montage en installatie
2 Adresinstelling
Wanneer in een systeem meerdere
invoer-/leeseenheden van hetzelfde
type (bijv. meerdere COM 611-...
en/of ST 10...) gebruikt worden,
Systeem Additioneel
apparaat
­ EC 602-...
­ SC 600-...
1+n techniek RC 602-...
In­Home­Bus BIM 650-...
Multi TLC 640-...
Access ­
dient op ieder van de invoer-/lees­
eenheden een ander adres te zijn
ingesteld.
• Bedieningsplaat afnemen, zie pro­
ductinformatie over het deurstation.
• Functie­eenheid van de montage­
plaat losschroeven, van boven naar
voren kiepen en van de montage­
plaat afnemen.
• Klep op de achterzijde met behulp
van een schroevendraaier openen.
• Adres op de draaischakelaar
instellen.
De adressen „0" en „9" zijn niet
toegestaan!
Na de adresinstelling, de klep
sluiten en de functieeenheid weer
inbouwen.
3 Aansluitschema vor toegangscon-
trole met EC 602-...
De aansluitschema´s voor het
gebruik van het codeslot voor
deuroproepen zijn te vinden in het
systeemhandboek bij het deurcom­
municatiesysteem, dat bij de netvoe­
ding resp. server is meegeleverd.
Functie
Stuurfuncties/Toegangscontrole
Stuurfuncties/Toegangscontrole
Directe oproep van de binnensta­
tions
Directe oproep van de binnensta­
tions
Directe oproep van de bin­
nenstations/Stuurfuncties/
Toegangscontrole
Directe oproep van de binnen­
stations