Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Infrarooddetector/Microgolf Inbraakdetector - Bosch Classic TriTech CM Serie Lnstallationsanleitungen

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 6
Classic Line TriTech CM -
Plafondbevestiging
Gebruiksaanwijzing voor de installatie
van de passieve
infrarooddetector/microgolf
inbraakdetector
BOSCH
Aandachtspunten voor
2
installatie
Niel geschikt voor buitengebruik (2-1 ).
lnstalleer de detector niet waar de PIR of microgolf in
constant alarm verkeert (LED aan). De LED staat uit bij
correcte installatie.
Niel op het verkeer buiten richten. Microgolfenergie
gaat door niet-metalen wanden heen.
Niel op direct of indirect zonlicht richten (2-2).
Niel op glas of andere objecten richten die snel van
temperatuur veranderen (2-3, 2-4 en 2-5).
Niel op draaiende apparaten richten (ventilatoren)
(2-6).
Bevestig de detector op een stevig en trilvrij
oppervlak. lndien de ruimte boven plafondtegels word!
gebruikt als luchtkeer voor verwarmings-, ventilatie­
en airconditioning(HVAC)systemen, zet dan de
plafondtegels vast.
Bevestig de detector niet binnen een straal van 0.3 m
van tl-verlichting.
Waarschuwingl
Siu it elektriciteit alleen aan wanneer alle aansluitingen
zijn gemaakt en ge"inspecteerd. Overvloedige
bedrading niet in de detector oprollen.
SELV
In sommige landen dient het relais alleen
aangesloten te warden op een Safety Extra-Low
Voltage (SELV) circuit.
In sommige landen dient de knoeischakelaar
uitsluitend aangesloten te warden op een SELV­
circuit. Verbindt knoeischakelaarcircuit met een
24-uurs beschermingscircuit.
r
Bedrading
Terminal Label Functle
1
(-)
Ingangsvermogen: Gebruik
:
tenminste een 22 AWG (0,8 mm)
2
(+)
aderpaar tussen de unit en de
eneraiebron.
NO
Alarmrelais
3
4
G
·
Alarm relais
5
NG
Alarm relais
6
T
,
Knoei-optie
7
T
Knoei-ootie
8
M
Geheugen-input (raadpleeg
hoofdstuk 7: Andere functiesl
\.
r
LED-display
LED
Oorzaak
Tweevoudio alarm
Constant blauw
Constant aeel
Maanetron activerina nooen test)
Constant rood
PIR activerina llooen testl
Knipperend
Warming-up periode na de nodige
blauw
eneroie
\.
10
Aanpassing van de optische
module
De Pl R-vlakken van de detector zijn in drie groepen
verdeeld. Gebruik de aanpassingsknoppen (10-1) van
de PIR om elke groep apart en verticaal aan te passen
en zodoende het beste bereik in een kamer te leveren.
Er warden twee gezichtsvelden afgebeeld (10-2).
Pas de optische modules aan voor een juist bereik in
gebieden waarin voor een gedeelte een gericht bereik
nodig is.
Bijvoorbeeld (10-3): De detector is op 3,7 m boven de
vloer bevestigd. De afstand naar een muur is 6, 1 m en
10, 7 m naar de andere muur. Zet met behulp van de
Tabel voor aanpassing van de optische module (10-4)
de optische module voor het 6, 1 m bereik op "D" en
voor het 10, 7 bereik op "I". Raadpleeg hoofdstuk 10-5
voor het maximum bereik en hoofdstuk 10-6 voor de
bevestigingshoogte.
Opmerking: Het in (10-4) afgebeelde bereik is de
afstand van de detector naar de buitenkant van het
gezichtsveld.
Er warden twee gezichtsvelden afgebeeld (10-3).
1
Technische beschrijving
Afmetingen:
Hoogte: 8,9 cm
Diameter: 17,8 cm
Versies:
DS9370E/DS9370E-C: parelwit
°
360
bij 21 m diameter bereik wanneer aangebracht op 3,7 m tot 7,6 m hoge plafonds. Een bereik met een diameter van 12 m is mogelijk wanneer
Bereik:
aangebracht op 2,4 m en een diameter van 15 m op een hoogte van 3 m. Het gezichtsveld bestaat uit 69 vakken die gegroepeerd zijn in drie groepen van
elk zeven vakken. Elke groep beslaat eenderde van het 360
lngangsvennogen:
9 VDC t/m 15 VDC nominal, 12 mA stand-by, en 28 mA maximale stroom.
Stand-by vermogen: Er is geen interne stand-by batterij. Voor elk uur dat stand-by nodig is, dient een externe stand-by batterij met een capaciteit van 29 mAh gebruikt te
warden.
Gevoeligheid:
Lage en hoge instellingen.
Alannrelais:
Stille bediening Form "C" relais. Contacten berekend op 100 mA, 28 VDC, 2.8 W maximaal voor DC-resistente ladingen. Bij alarm gaan de contacten
voor een periode van 4 seconden over.
Opmerking: Niel gebruiken met capacitieve of inductieve ladingen.
Knoei-optie:
De knoeischakelaar is normaal gesloten (NG), met de kap erop. Voor bevestiging op een oppervlakte word! een knoeischakelaar voor het plafond
bijgeleverd. Contacten berekend op 28 VDC, 100 mA, 3 W maximum.
Toezichtsfuncties:
Microgolf: Elke 4 uur word! de gehele circuitbediening van dit subsysteem gecontroleerd.
PIR: Wanneer het microgolf subsysteem uitvalt, gaat de detector over op de standaard PIR-technologie bescherming. De detector geeft een alarm
alleen met een groene LED aan en activeert het alarmrelais.
Temperatuursgebied: Opslag en werkingsbereik is -10"C tot +55"C. DS9370E-C: +5'C tot +40"C UL: O
°
C Microgolffrequenties: DS9370E: 10.510 to 10.580 GHz
DS9370/DS9371: 10,525 GHz | DS9370E-C: 10.570 tot 10.610 GHz
UL / CUL, FCC ISED: DS9370, DS9371, CE: DS9370E, DS9370E-C
Certificeringen:
Class II Grade 2 EN 50131-2-4 (DS9370E)
3
Gezichtsvelden
Microgolfbereik
-
PIR-bereik
Het afgebeelde bereik is voor 3,7 m montagegewicht
met optische afstellingen afgesteld op "I" (raadpleeg
hoofdstuk 10 Optische module-aanpassing).
r
4
Gezichtsvelden afschermen
Gebruik de bijgeleverde maskers om het bereik van de
detector te verkleinen. Het maskeerpakket bevat twee
°
maskers van 120' (4-1) en twee van 90
(4-2). Met de
geleverde maskers kunt u:
- so•
(4-6),
- 120
°
(4-3),
°
(4-4),
- 180
- 210
°
(4-7),
°
- 240
(4-5)
- of 330
°
afschermen.
Plaats de maskers aan de buitenzijde van de detector.
Open de detector niet en plaats de maskers aan de
binnenzijde.
Opmerking: Het afschermen heeft geen invloed op het
bereik van de microgolf.
r
"I
Andere functies
Geheugen, nachtstand en looptest vereisen een
stuurspanning op terminal 8 om deze functies te kunnen
activeren (raadpleeg label 1 ). De stuurspanning dient
tussen de 6 en 18 VDC te zijn.
Gebruik een voedingsspanning om een stuurspanning
op terminal 8 toe te passen (7-1 ).
Of gebruik een bedieningspaneel of externe DC-
energietoevoer als stuurspanning (7-2):
-
+6 VDC tot +18 VDC = Aan (schakelaar gesloten)
-
0 VDC = Uit (schakelaar open)
Dagmodus
Zet het alarmgeheugen uit en
"I
zorgt ervoor dat de LED (indien
geactiveerd) normaal kan
functioneren.
Geheugen
Het geheugen word! geactiveerd
wanneer de detector in nachtmodus
staat. De detector slaat een alarm
op en geeft die weer wanneer naar
dagmodus word! overgeschakeld.
Opmerking: De LED-geleidingsbrug
dient Aan te staan (8-5).
Nachtmodus
Zet het alarmgeheugen aan en zet de
LED-bediening uit.
Looptest op
Zet de LED-bediening op afstand aan
afstand
vanaf Terminal M om de looptest uit le
voeren. Gebruik deze functie wanneer
de LED-geleidingsbrug uit staat (8-6).
iTabel 1: Modusschakeling
Handellng
Stuurspannlng
LED-
laanslultklem Ml I a eleldlnaabrua
Zet nachtmodus
Voor meer dan 20 Aan
aan
sec aan
Zet nachtmodus
Uit vanuit
Aan
uit en beeld
nachtmodus
opgeslagen
alarm af
Stel opgeslagen
Voor meer dan 5
Aan
alarm opnieuw in sec aan of voer
nachtmodus in
,_ooptest op
Voor meer dan 5
Uit
afstand aanzetten sec, maar minder
dan 20 sec aan
,-ooptest op
Voor meer dan 1
Uit
atstand uitzetten sec, maar minder
dan 20 sec aan
\,.
°
-bereik. Bovendien heeft elke groep een verticale aanpassing voor precieze bereikuitlijning.
NF&A2P: Env. Class I Grade 2 EN 50131-2-4 ( DS9370E-C), Env.
5
Bevestiging
1. Selecteer een bevestigingsplek. Bevestig de sensor waar een indringer het bereik bijna zeker zal doorkruisen
(5-1).
2. Monteer de melder 2,4 m tot 6, 1 m boven de grand, 3,7 m aanbevolen (5-2).
3. Zoek de pijl (5-3) op de detectorkap om de kap le openen. Sleek een platkopschroevendraaier in de ruimte
(5-4) tussen de kap en de onderkant en draai dan. Een zijde van de kap blijft aan de onderkant van de
detector vastzitten.
4
Optioneel: Verwijder de kap van de onderkant. Pak de bovenkant van de kap met een hand vast terwijl u de
onderkant met de andere hand vasthoudt (5-5).
5. Duw de onderkant voorzichtig naar een kant (5-6) terwijl u de onderkant van de kap
wegdraait (5-7).
Opmerking: Voordat u gaat routeren, dient u er voor te zorgen dat er geen stroom op de bedrading staat.
6. Routeer de bedrading bij oppervlaktemontage zoals gewenst naar de achterzijde van de onderkant en door
het middelste gal (5-8) of draadingang (5-9).
Opmerking: Bevestig niet op verwijderbare plafondtegels, tenzij er een sandwich word! gemaakt van de
onderkant, de plafondtegel en een muurplaat achier de tegel.
7. Bevestig de onderkant stevig met behulp van de bevestigingsgaten (5-10, 5-11) en een van de volgende
opties:
-
Bevestig de onderkant direct op het oppervlak met behulp van ankers, schroeven of vleugelmoeren.
-
Bevestig de detector op een elektrische kast.
-
Verbind de detector direct met korte elektromagnetische buizen (EMT) van 1,27 cm (kart genoeg om
beweging van de detector te voorkomen). Gebruik de draadingang voor de EMT (5-8).
Opmerking: Gebruik de geboogde bevestigingsgroeven (5-11) om de detector tot 60
bereik vast te stellen.
8. lndien de knoeifunctie voor het plafond nodig is, verwijder dan de stijl (5-12) door er lichtjes met een hamer op
te tikken om het van de drie tabs los te maken.
9. Bevestig de stijl aan het plafond met behulp van de bijgeleverde nr. 8 schroef (5-13).
10. lndien de kap is verwijderd, maak deze dan vast en sluit hem.
11. Zet het geheel vast met de bijgeleverde antivandaal-schroef (5-14).
12. Gebruik de draadbinders (5-15) om spanning te voorkomen.
r
"I
LED-bediening
Functle
lnatelllng Omachrljvlng
PIR Sensitivity
Laag (8-2) Aanbevolen installing voor de meeste installaties. Tolereert
Selection Pins (8-1)
omgevingsextremen.
Opmerking: De detector wordt aangeleverd in lage gevoeligheidsmodus.
Hoag
Gebruik deze installing indien meer gevoeligheid nodig is.
(8-3)
Opmerking: Deze stand is gevoeliger voor omgevingsveranderingen die vals
alarm kunnen veroorzaken.
LED Aan/Uit-pinnen Aan (8-5)
Bedient de driekleurige LED. Wacht tenminste
(8-4)
Uit (8-6)
IZet de LED-indicatie in de uit-stand indien deze, nadat de opstelling en
looptesten voltooid zijn, niet gewenst is.
Geen geleidingsbrug over de Aan en Uitpinnen kan de LED uitzetten.
[I]
NOTICE!
Stel voor UL-geregistreerde vereisten de PIR-gevoeligheid in op HOOG,
wanneer de melder op een hoogte van 3, 7 m of meer wordt ge"i n stalleerd.
Stel voor EN50131-toepassingen de PIR-gevoeligheid in op HOOG.
...
r
11
Looptest
Opmerklng: Zorg ervoor dat de LED-gele1dIngsbrug
aangeschakeld staat (8-5).
Opmerking: Zet, voordat u de looptest start, het
microgolfbereik (11-1) in op de minimuminstelling om
vals alarm te voorkomen.
1. Wacht na inschakeling tenminste 2 minuten voordat
u met de looptest begin!.
De rode LED blijft knipperen tot de detector is
gestabiliseerd en er gedurende twee seconden geen
beweging word! waargenomen.
2. Kijk naar de LED wanneer u naar de rand van het
gezichtsveld loop! (11-2). De LED aan de buitenkant
van het gezichtsveld licht op.
De rood LED, die de rand van het PIR-gezichtsveld
identificeert, licht op.
De gele LED, die het gezichtsveld van de microgolf
identificeert, licht op.
De rode LED geeft alarmen in zowel de microgolf­
als de PIR-modus aan.
3. Herhaal slap 2 vanuit diverse richtingen totdat u het
gezichtsveld voldoende getest heeft.
4. Verhaag de microgolf-afstelling (11-1) door het
enigszins met de klok mee te draaien indien het
benodigde microgolfbereik niet behaald word!.
Wacht na het afstellen van het microgolfbereik 1
minuut voordat u met de looptest verder gaat.
Opmerking: Stel het microgolfbereik niet hoger in dan
nodig is.
°
C tot +49
°
le draaien om het beste
"'I
. .
Bosch Security Systems, B.V.
Torenallee 49
5617 BA Eindhoven
Netherlands
www.boschsecurity.com
© 2020 Bosch Security Systems, B.V.
15
F.01U.384.349 -
11
2020.
"'I
Pagina 4 von 10

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Ds9370Ds9370eDs9370e-cDs9371Ds9371 e

Inhaltsverzeichnis