Til de zaagrail en de zaagketting naar
boven van de geleidingsrails en de
meeneemstift.
Neem de zaagketting van het ketting-
wiel.
Neem de zaagketting van de zaagrail.
OPMERKING
De zaagketting / zaagrail moet enkel bij
vervanging gedemonteerd worden. Het
scherpen kan plaatsvinden in ingebouwde
toestand.
Zaagrail op slijtage controleren
Meet de groefdiepte van de zaagrail.
Vervang de zaagrail bij een diepte van
minder dan 4 mm.
Zaagketting scherpen
Een stompe of beschadigde zaagketting
leidt tot een slecht snijresultaat en verhoogt
de slijtage van de aandrijving en de zaag-
rail.
Scherp de zaagketting regelmatig na.
Als de zaagketting niet meer kan gescherpt
worden, moet deze vervanging worden.
1 Tanddak
2 Snede
3 Dieptesteller
4 Draairichting
OPMERKING
Gebruik voor het scherpen speciale zaag-
kettingvijlen (4,5 mm). Traditionele ronde
vijlen zijn niet geschikt.
– 13
NL
87