toets 2 = A , B , C
toets 4 = G , H , I
toets 6 = M , N , O
toets 8 = T, U , V
Druk meermaals op een cijfertoets om binnen deze
groep letters de volgende beginletter te kiezen (bijv.
toets 2 drie maal indrukken = C ).
8.4. Voer de apparaatcode in
volgens de codelijst
De codes van de betreffende apparaten staan in de
codelijst die met deze bedieningshandleiding wordt
meegeleverd.
Zet het te bedienen apparaat aan.
Houd de toets S E T U P ongeveer 3 seconden in-
gedrukt tot de tekst CODE INST wordt weerge-
geven.
Druk op O K . Eerst wordt de tekst CODELIJST
weergegeven.
Kies met de pijlrichting het menu
INVOEREN CODE.
Druk op O K . De tekst KIES APPARAAT
( brontoets) wordt weergegeven).
Druk op de gewenste brontoets (T V , V C R ,
D V D , C D , S AT , A U X 1 , A U X 2 , A U X 3 , A U -
D I O , S AT ).
De aanduiding van de brontoets wordt met de ac-
tueel ingestelde code op het display weergegeven.
28
toets 3 = D , E , F
toets 5 = J , K , L
toets 7 = P, Q , R , S
toets 9 = W, X , Y, Z