Reservoir naar beneden zwenken en
met schroef borgen.
LET OP
Beschadigingsgevaar door volledige ontla-
ding. Voor inbedrijfname van het apparaat
batterijen opladen.
Accu laden
Instructie:
Het apparaat beschikt over een beveiliging
tegen volledige ontlading, d.w.z. als de nog
toegestane minimale capaciteit is bereikt,
schakelt het apparaat uit. Op het bedie-
ningspaneel brandt de accubewaking in dat
geval rood. Ontladen accu's (ook gedeelte-
lijk ontladen) steeds weer opladen.
GEVAAR
Gevaar door elektrische schok.
Oplaadapparaat nooit bij regen, hoge lucht-
vochtigheid of in vochtige ruimten gebrui-
ken!
Instructie:
De oplaadtijd bedraagt gemiddeld ca. 10-
12 uren.
Opladen BR/BD 40/25 Bp Pack
Netstekker van het oplaadapparaat in
de contactdoos steken.
Het oplaadapparaat is elektronisch gere-
geld en beëindigt het laadproces zelfstan-
dig. Alle functies van het apparaat worden
tijdens het laadproces automatisch onder-
broken.
De accu-ladingsindicator geeft bij ingesto-
ken netstekker het laadproces weer:
Refreshoplading
Sneloplading
Ladingsbehoud (ac-
cu is vol)
Opladen BR/BD 40/25 Bp
Accustekker uittrekken en verbinden
met de oplaadkabel.
Instructie:
Laadapparaat met de verwijderbare accus-
tekker van het apparaat verbinden en niet
met de vast aan het apparaat gemonteerde
stekker.
Oplaadapparaat inschakelen
66
knippert snel rood
knippert snel geel
knippert snel groen
Onderhoudsarme accu's (natte
Een uur voor het einde van het laadpro-
ces gedestilleerd water toevoegen, let-
ten op het juiste zuurpeil. Accu is over-
eenkomstig gekenmerkt.
WAARSCHUWING
Bijtende vloeistoffen. Bijvullen van water in
ontladen toestand kan leiden tot het uitlo-
pen van zuur!
Bij de omgang met accuzuur een veilig-
heidsbril dragen en de voorschriften in acht
nemen om verwondingen en de beschadi-
ging van kledij te vermijden.
Eventuele zuurspatten op huid of kledij on-
middellijk met overvloedig water uitspoe-
len.
LET OP
Voor het navullen van de batterijen alleen
gedestilleerd of gedemineraliseerd water
(EN 50272-T3) gebruiken.
Geen vreemde toevoegingsstoffen (zoge-
noemde verbeteringsmiddelen) gebruiken,
anders vervalt elke garantie.
Na het laadproces:
laadapparatt van het net scheiden.
Bij varianten zonder ingebouwd laadap-
paraat: Batterijkabel van het laadappa-
raat aftrekken en met het apparaat ver-
binden.
Batterijen demonteren
Reservoirs leegmaken, indien nodig
Rijgedeelte met de voet naar voren
draaien.
LET OP
Gevaar voor beschadiging van kabels aan
de achterkant van het apparaat. Voordat u
de tank naar achteren draait, moet u het rij-
gedeelte altijd eerst naar voren draaien.
Schroef losdraaien en reservoir naar
achteren zwenken.
Accu-afdekking afnemen
Kabel van de minpool van de batterij
losmaken.
Resterende kabels van de batterijen af-
halen.
– 6
NL
accu's)