5. Installatie van de telefoon
5.1. Batterijen plaatsen
Open het batterijvak.
Plaats drie batterijen van het formaat "AAA". Let hierbij op de juiste polariteit, zo-
als aangegeven in het batterijvak.
Sluit vervolgens het batterijvak weer.
Nadat de batterijen correct zijn geplaatst, worden op het display verschillende sym-
bolen, zoals datum en tijd weergegeven.
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Bij het plaatsen of vervangen van de batterijen kan het
toestel beschadigd raken als het nog steeds is aange-
sloten.
Koppel altijd de telefoon los van de telefoonaanslui-
ting als u batterijen verwijdert of vervangt.
5.2. Telefoon aansluiten
Steek het ene uiteinde van de spiraalkabel van de telefoonhoorn in de aanslui-
ting aan de onderkant van de telefoonhoorn en het andere uiteinde in de aan-
sluiting aan de onderkant van de telefoon. De aansluiting is gemarkeerd met
een hoornsymbool.
NL
FR
DE
13 van 96