Inhaltsverzeichnis
Werbung
FR
5. INSTALLATION
5.1. Exigences relatives à l'installation
Directives et règlementations nationales
Respectez toutes les règlementations d'installation,
directives générales, exigences en matière d'hygiène
et spécifications techniques en vigueur. L'eau dure
qui pénètre dans l'appareil doit toujours respecter
les spécifications de la règlementation nationale
relative à l'eau potable ou la directive 98/83/CE
relative à la qualité des eaux destinées à la con-
sommation humaine. La quantité totale de fer et de
manganèse ne doit pas dépasser 0,1 mg/l. L'eau
dure qui pénètre dans l'appareil doit toujours être
exempte de bulles.
Protection contre le gel et température ambiante :
Le site d'installation doit être exempt de gel et ne
doit pas contenir de produits chimiques, de pein-
ture, de solvants, ni de fumées. La température
ambiante ne doit pas dépasser 40 °C même avant
que l'appareil ait démarré. Veuillez éviter toute
source de chaleur directe, par ex. les radiateurs et
l'exposition à la lumière du soleil.
Sécurité générale :
La puissance nominale (voir le chapitre 9 Données
techniques) et la pression d'eau entrante requise
doivent apparaître en permanence. Une panne re-
lative à l'entrée d'eau pendant le fonctionnement
endommagera l'appareil. Les appareils affichant ces
données doivent être installés sur place si besoin.
Protection contre la surpression et les variations de
pression :
La pression de l'eau ne doit jamais dépasser la pres-
sion maximum de l'appareil, soit 5 bar au Royaume-
Uni et 8 bar dans l'UE.
Si la pression d'eau du réseau est supérieure à
4 bar au Royaume-Uni et à 6 bar dans l'UE (ou si
vous ne connaissez pas la pression), un régulateur
de pression doit être installé en amont de l'appareil.
Pendant les variations de pression ou en cas de
surpression, la somme de la surpression et de la
pression d'utilisation ne doit pas dépasser la pres-
sion nominale.
Interférences électriques :
L'émission d'interférences (Interférences électro-
magnétiques = pics de tension, champs électro-
magnétiques à haute fréquence, tensions parasites,
variations de tension...) par les systèmes électri-
ques environnants ne doit pas dépasser les valeurs
maximales spécifiées par la norme EN 61000-6-3.
Analyse de données de l'eau dure dans votre régi-
on:
Un fonctionnement continu de l'adoucisseur d'eau
avec de l'eau contenant du chlore ou du dioxyde
de chlore est possible si la concentration de chlore/
dioxyde de chlore libre ne dépasse pas 0,5 mg/l. Le
type de pré-traitement doit être déterminé selon la
région.
Principe de régénération intelligente :
La taille de l'appareil doit être adaptée à votre con-
sommation d'eau. Si votre consommation d'eau
88
NL
5. INSTALLATIE
5.1. Installatievereisten
Nationale wetten en voorschriften
Neem alle geldende installatievoorschriften, alge-
mene richtlijnen, hygiëne-eisen en technische spe-
cificaties in acht. Het harde water dat in het appa-
raat moet worden geleid, moet altijd voldoen aan
de specificaties van de nationale drinkwaterveror-
dening of de EU-richtlijn 98/83/EG betreffende de
kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd
water. Het totaal aan opgelost ijzer en mangaan
mag niet hoger zijn dan 0,1 mg/l. Het harde water
dat in het apparaat wordt geleid, moet altijd vrij zijn
van luchtbellen.
Vorstbescherming en omgevingstemperatuur
De plaats van opstelling moet vorstvrij zijn en vrij
van chemicaliën, verf, oplosmiddelen en dampen
worden gehouden. De omgevingstemperatuur mag
niet hoger zijn dan 40 °C, zelfs niet voor het opstar-
ten van het apparaat. Vermijd directe warmtebron-
nen, bijv. radiatoren en blootstelling aan zonlicht.
Algemene veiligheid
De nominale netspanning (zie hoofdstuk 9 Techni-
sche gegevens) en de vereiste ingangswaterdruk
moeten te allen tijde aanwezig zijn. Als de water-
toevoer wegvalt tijdens het gebruik, beschadigt de
apparatuur. Deze moet indien nodig ter plaatse wor-
den geïnstalleerd.
Overdruk- en fluctuatiebeveiliging
De waterdruk mag nooit hoger zijn dan het maxi-
mum van 5,0 bar (UK), 8,0 bar (EU).
Als de waterdruk in het netwerk hoger is dan 4,0
bar (VK), 6,0 bar (EU) of als u niet zeker bent van
de druk, moet er vóór het apparaat een drukregelaar
(reduceerventiel) worden geïnstalleerd.
Bij drukschommelingen of -pieken mag de som
van de drukgolf en de permanente druk niet hoger
zijn dan de nominale druk.
Elektrische storing
De storingsemissie (EMI = spanningspieken, hoog-
frequente elektromagnetische velden, stoorspannin-
gen, spanningsschommelingen ...) door de elektri-
sche systemen in de omgeving mag niet hoger zijn
dan de maximale waarden die in EN 61000-6-3 zijn
vastgelegd.
Gegevensanalyse van het harde water in uw om-
geving
Een continue werking van de waterontharder met
water dat chloor of chloordioxide bevat, is mogelijk
als de concentratie vrij chloor/chloordioxide niet ho-
ger is dan 0,5 mg/l. Het type voorbehandeling moet
op elke locatie worden bepaald.
Principe van intelligente regeneratie
Het apparaat moet worden gedimensioneerd op
basis van uw huidige waterverbruik. Als het wa-
terverbruik wordt verminderd, bijvoorbeeld tijdens
de vakantie, moet een kraan minstens 5 minuten
volledig worden geopend voordat het water weer
kan worden gebruikt.
Werbung
Inhaltsverzeichnis
