Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Algemene informatie
De 5888H is een batterij gevoede, draadloze PIR detector/ zender die deel
uitmaakt van de 5800H draadloze alarmsysteem. De 5888H heeft een
groothoeklens en een bereik van 12 meter. Er wordt een optimale detectie
gerealiseerd als de detector zo wordt gemonteerd dat een indringer altijd
dwars door het detectiepatroon loopt.
Kenmerken
• Draadloos en dus eenvoudig te installeren.
• Verhoogde veiligheid en betere bescherming tegen onnodig alarm dankzij
het dual element met pyro-elektrische sensor.
• Temperatuurcompensatie dus ongevoelig voor temperatuurwisselingen.
• Grotere stabiliteit door instelbare pulsecount met wisselende polariteit.
• Neerwaartse zones.
• De LED kan tijdens een looptest ingeschakeld worden (deze LED is
normaal gesproken uitgeschakeld).
• Sabotagebeveiliging.
• Kan zowel op een muur, als in een hoek worden gemonteerd.
• Optionele draaibare montagebeugel (998SB).
Systeembeschrijving
Optiek: Fresnel lens.
Zender:
Een ingebouwde zender stuurt de alarm-, sabotage-, controlemeldingen en
meldingen over de batterijstatus, naar de 5800H alarmcentrale. Elke detector
heeft een unieke ID code, die in de fabriek is toegekend. Deze ID code moet
tijdens het installeren kenbaar gemaakt worden aan het alarmsysteem. Op
deze manier herkend de alarmcentrale elke detector aan zijn unieke ID code.
De controller moet zo geprogrammeerd worden dat hij een 5888H detector
herkent als een zogenaamde RF unit, (Supervised RF).
Om de batterijen te sparen, vindt er tijdens de normale werking slechts
eenmaal per drie minuten een zendcyclus plaats. Deze energiebesparende
functie is uitgeschakeld als de unit in de teststand staat.
Pulsecount:
De detectie gevoeligheid of respons kan met een link worden ingesteld:
1.
Pulsecount uit (directe respons)
2.
Pulsecount aan (wisselende polariteit).
Als de pulsecount is uitgeschakeld, wordt er, als de hoeveelheid infrarode
energie verandert, onmiddellijk een alarmsignaal gegenereerd. Wij raden u
aan om de pulsecount uit te schakelen als u de detector installeert in een
smalle ruimte met een enkele detectiezone.
Als de detector wordt gebruikt in een ruimte waarin de hoeveelheid infrarode
energie regelmatig verandert (zoals in een ruimte waarin een radiator staat),
is het aan te raden om de pulsecount in te schakelen. Op deze manier wordt
er alleen een alarm gegenereerd wordt als de hoeveelheid infrarode energie
binnen korte tijd tenminste tweemaal verandert.
Opmerking: als u pulsecount gebruikt moet u deze optie ook aan hebben
staan tijdens de looptest.
Specificaties
Bereik
12 x 12 meter.
18 zones (9 lange zones, 5 gemiddelde zones en 4
korte zones).
0,15 - 3 m/sec.
Detectiesnelheid
Montagehoogte
2,5 meter (onder normale omstandigheden). Zie tabel
1 voor afwijkende hoogtes.
Looptestindicatie
Rode LED. De LED kan met een link in of
uitgeschakeld worden.
Batterijen
Gebruik twee 3V lithium batterijen CR 123A batterijen.
Temperatuur
-10º C tot 50º C.
bij maximaal 95%, bij geen condensvorming.
Luchtvochtigheid
Afmetingen
74 mm x 130 mm x 58 mm.
Frequentie
868.950MHz
Hierbij verklaart ADEMCO INTERNATIONAL, dat deze 5888H voldoet aan de
essentiele eiseen en andere relevante bepalingen van de richtlijn 1999/5/EC.
Ministerie van verkeer en waterstaat
BOVEN AANZICHT
6m
0
90˚
6m
WISSELENDE TELLING POLARITEIT
ELKE ZONE BESTAAT UIT TWEE VELDEN
2,4m
2,4m
6m
12m
NEERWAARTS KIJKENDE BEAM
0,3m VAN DE MUUR
Plaatsen van de batterijen
Waarschuwing Er is ontploffingsgevaar als de batterij verkeerd vervangen
wordt. Vervang de batterij slechts met hetzelfde of een equivalent type dat
door de fabrikant aanbevolen is. Gebruikte batterijen dienen overeenkomstig
fabrieksvoorschriften weggeworpen te worden.
• Verwijder het front van de detector door de kop van een schroevedraaier in
de uitsparing tussen het voorste en het achterste deel van de detector te
zetten (zie figuur 2). Draai de schroevedraaier voorzichtig tot de bovenkant
van de detector uit de borging los komt.
• Plaats de twee lithium batterijen in het batterijencompartiment. Let hierbij
op de polariteit (zie figuur 4).
• Zet het front van de detector terug (controleer of het front in de borging
vastklikt).
Programmeren
Elke unit heeft een unieke ID-code die kenbaar gemaakt moet worden aan de
controller. De controller moet zo geprogrammeerd worden dat hij een 5890EU
unit herkent als een RF unit (Supervised RF).
De ID code van een detector wordt als volgt kenbaar gemaakt aan de
controller:
• Zet de link van de LED op ON. (Zie figuur 4.).
• Zet de link van de pulsecount op OFF.
• Doe de batterijen in het compartiment en zet het front van de detector
terug.
• Dek de lens van de detector tijdelijk af, zodat er geen detectie plaatsvindt.
• Zet de controller in de programmeerstand.
• Activeer de detector door de lenskap te verwijderen en uw hand voor de
lens heen en weer te bewegen. De detector zendt een FAULT melding.
• Dek de lens opnieuw af, de detector zendt een RESTORE melding.
• Herhaal de procedure om de inlezing te verifiëren.
• Zet de link van de LED weer op OFF en verwijder de lensafdekking.
¬.9=l
K0176V2 4/02
INSTALLATEURSHANDLEIDING
Installatie
Richtlijnen voor installatie
• Monteer de detector niet bij, of boven, een warmtebron of op een plaats
waar hij is blootgesteld aan direct zonlicht.
• Zorg ervoor dat het detectiepatroon niet wordt geblokkeerd door
bijvoorbeeld gordijnen, schermen, meubilair, planten, etc.
• Monteer de detector niet in een ruimte waar u snelle
temperatuurwijzigingen kunt verwachten.
• Monteer de detector altijd op een stabiel en trilvrij oppervlak.
Ontvangst en bereik
Controleer, voordat u de detector definitief gaat installeren, of het bereik van
de zender c.q. de ontvangst van detector op de alarmcentrale goed is. Dit is
eenvoudig te testen door de detector tijdelijk op de geplande locatie vast te
zetten en een looptest uit te voeren. De detector zendt een melding naar de
centrale zodra er een alarm wordt gegeneerd. In sommige omstandigheden
kan een verschil van een paar centimeters het verschil betekenen tussen een
goede en een slechte ontvangst. Kies een zodanige locatie dat u een
optimaal detectiepatroon en een goed ontvangst heeft.
Opmerking: op deze manier kunt u tevens controleren of de ID code van de
detector kenbaar gemaakt is aan de controller.
Standaard montage
Monteer de detector op een solide verticale ondergrond (vlakke muur of in
een hoek).
• Verwijder het front van de detector.
• Breek het plastic labeltje, dat aan de bovenzijde van het plastic deksel van
de print zit, af.
• Draai de schroef, waarmee de print vast zit, een beetje los (niet
verwijderen). (Zie figuur 4). U kunt de print nu op en neer bewegen,
waardoor u bij de kabeluitbreekgaten kunt komen die aan de achterzijde
van de unit zitten.
• Verwijder de uitbreekgaten voor montage en bedrading met bijvoorbeeld
een schroevendraaier (Zie figuur 3).
• Monteer de achterzijde van de detector op een vlak gedeelte van de muur.
• Richt de pijl die op de print staat op de het juiste punt van de schaal
(precies links van de print).
MONTAGEBEUGEL
Figuur 3. Uitbreekgaten in de achterzijde van de detector
Gebruik vergrendelschroef voor deksel wanneer dit vereist wordt door de
goedkeuringsinstantie.
Instellen van het verticale detectiepatroon
U kunt het verticale detectiepatroon aanpassen door de print in hoogte te
verschuiven. Links van de print staat een schaalindeling, die de hoek van het
detectiepatroon bij benadering weergeeft. Het detectiepatroon kan 5º
opwaarts en 20º neerwaarts verplaatst worden.
1m
NEERWAARTS KIJKENDE
Werkwijze:
BEAM
• Verwijder het front van de detector.
(VOOR ANNZICHT)
• Aan de linkerzijde van de print zit een schroef. Draai deze schroef een
beetje los.
• Verschuif de print en draai de schroef weer vast.
• Voer een looptest uit om zeker te stellen dat het detectiepatroon goed is
ingesteld (zie "Tests").
Noot: Controlleer na afstelling of de PCB borgschroef volledig is
vastgedraaid.
Het afplakken van de lens
Het detectiepatroon kan aan de omstandigheden worden aangepast. Door de
segmenten op de lens met de meegeleverde strips af te plakken, kunt u
bepaalde bundels uitsluiten van detectie. De strips, één voor elk segment op
de lens, zijn bedoeld voor standaard lenzen, en moeten op de binnenkant van
de lens geplakt worden. Een afgeplakt segment van de lens maakt geen deel
meer uit van het detectiepatroon.
Opmerking: Als u de lens afplakt van een detector die in een smalle ruimte,
zoals een gang, is geplaatst, moet u de pulsecount optie op OFF zetten
(directe detectie).
Pulsecount
Om een optimale stabiliteit te garanderen en de kans op een onnodig alarm
terug te brengen, heeft de detector een zogenaamd pulsecount circuit. De
pulsecount optie kan worden in- of uitgeschakeld door de link op OFF
(pulsecount uit) of op ON (pulsecount aan) te plaatsen. (Zie figuur 4.)
Als de pulsecount is ingeschakeld ON, wordt er alleen een alarm
gesignaleerd als er zich binnen een korte periode twee of driemaal een
beweging wordt gedetecteerd (verandering in de hoeveelheid infrarode
energie).
Als de pulsecount is uitgeschakeld OFF wordt er onmiddellijk een alarm
gesignaleerd als er beweging wordt gedetecteerd
(verandering in de hoeveelheid infrarode energie).
Bij een alarm stuurt de detector direct een alarmmelding naar de ontvanger
c.q. de alarmcentrale.
Passief infrarood detector voor draadloze alarmsystemen
2) VERWIJDER HET
FRONT VAN DE
DETECTOR
1) PLAATS DE KOP VAN
DE SCHROEVEDRAAIER
HIER EN DRAAI HEM
EEN SLAG
Figuur 2. Het front van de detector verwijderen.
A
A
B
B
UITBREEKGAT
VOOR DE
DRAAIBARE
VERWIJDER
VOOR DE MUUR
SABOTAGE
UITBREEKGATEN
HET LIPJE
"B" (4) VOOR
MONTAGE IN
A
A
EEN HOEK
B
B
UITBREEKGATEN
"A" (3) VOOR
DEKSELSCHROEF
MONTAGE OP
DE WAND
180 Michael Drive
Syosset, New York 11791
Copyright © 2001 PITTWAY CORPORATION
De LED signalering uitschakelen
Als u de detector ontvangt is de LED signalering uitgeschakeld. (De link van
de LED staat op OFF.) U schakelt de LED in (bijvoorbeeld als u een looptest
wilt uitvoeren) door de link op ON te zetten.
Opmerking: als de link van de LED op OFF staat, gaat de LED als er een
alarm gesignaleerd wordt, niet branden. Uiteraard wordt er wel een
alarmmelding naar de controller/ontvanger gestuurd.
LED
PULSE
COUNT
SCHROEF
VAN DE
PRINT (2)
SABOTAGE-
SCHAKELAAR
De looptest
Voorzorg maatregelen:
• Zorg ervoor dat er in de te beveiligen ruimte geen mensen rondlopen als u
de detector gaat testen.
• Zet de alarmcentrale in de teststand.
• Als de detector beweging detecteert, geeft de centrale een pieptoon. Op
deze wijze kunt u tevens controleren of het signaal van de detector goed
op de centrale ontvangen wordt.
• Het bereik van het PIR detectiepatroon wordt sterk beïnvloed door
omgevingsfactoren (meubilair en stoffering, achtergrond, en
omgevingstemperatuur). Het is daarom belangrijk dat u het detectiepatroon
zo instelt dat een indringer dwars door het detectiepatroon loopt en dat u
de grenzen van het detectiepatroon controleert door een looptest uit te
voeren.
Werkwijze:
• Verwijder het front van de detector en zet de link van de pulsecount in
eerste instantie op OFF.
• Zet de link van de LED op ON (LED ingeschakeld).
• Zet het front terug en loop door het beveiligde gebied terwijl u de LED in de
gaten houdt. De LED licht op zodra er beweging gedetecteerd wordt.
• Als de pulsecount optie van de detector normaal gesproken wilt gebruiken,
zet u de link van de pulsecount op ON en herhaalt u de looptest.
• Zet, als u de looptest heeft uitgevoerd, de link van de LED weer op OFF.
Opmerking: als u de looptest uitvoert terwijl de pulsecount is ingeschakeld
(link op ON), blijft de LED, nadat er beweging gedetecteerd is, 1-3 seconden
branden.
Een goede werking zeker stellen
Een goede werking kan alleen gegarandeerd worden als u de eindgebruiker
goed instrueert. U moet de eindgebruiker op de volgende punten wijzen:
• Als er zich een melding "lage batterijspanning" voordoet, moeten de
batterijen zo spoedig mogelijk (uiterlijk een week na de melding) vervangen
moeten worden.
• De detector mag niet worden verplaatst, of anders worden gericht zonder
daarover eerst met u te hebben overlegd.
• Dat de indeling van de beveiligde ruimte niet zonder meer veranderd kan
worden. Als er meubilair of voorraden worden verplaatst. Ook als er
5888eu_du-001-V0
bijvoorbeeld airconditioning of radiatoren geïnstalleerd worden, kan het zijn
dat de detector opnieuw ingesteld moet worden.
• Er tenminste eenmaal per maand een looptest uitgevoerd moet worden om
de werking van de detector te controleren.
Hoogte
[m]
4,6
2,6
-20º
2,5
-20º
2,4
-20º
2,3
-19º
2,2
-17º
2,1
-16º
2,0
-15º
1,9
-14º
1,8
-13º
TROUBLESHOOTING
1.
Onderbroken alarm.
A. Snelle temperatuurwijziging. Kijk of er (elektrische) kachels, open vuur, of
andere warmtebronnen, in de aanwezig zijn. Verplaats zonodig de
detector.
B. In tocht bewegende gordijnen, displays of andere lichte voorwerpen.
Voorkom tocht en andere luchtstromen.
2. De LED licht tijdens de looptest niet op.
A. De link van de LED staat op OFF. Zet de link op ON.
B. De LED is stuk. Laat de detector repareren.
3. Het detectiegebied verandert.
A. Zijn er meubelen of andere voorwerpen verplaatst of verschoven?
Waarschuw de gebruiker voor de gevolgen van het verplaatsen van
voorwerpen. Stel het detectiebereik opnieuw in of verplaats de detector.
B. De detector is op een onstabiel of niet trilvrij oppervlak geplaatst. Een
relatief kleine verschuiving (enkele graden) kan het detectiepatroon sterk
beïnvloeden. Monteer de detector op een stabiele en trilvrije plaats.
4. Het lijkt alsof de detector niet functioneert.
A. Er staat geen spanning op de unit Controleer de batterijspanning en
vervang zo nodig beide batterijen.
K0176DUV2 (Part of K0176V2 4/02)
+
PLASTIC
LABELTJE
+5
0
-5
-10
-15
-20
3
ON
VOLT
BATTERY
LED
• • •
• • •
ON
+
3
DET
VOLT
BATTERY
–
Figuur 4. Print en front
Detectie bereik [m]
6,0
9
12
-17º
-11º
-9º
-16º
-11º
-8º
-15º
-10º
-8º
-14º
-10º
-7º
-13º
-9º
-7º
-12º
-8º
-6º
-11º
-8º
-6º
-11º
-7º
-5º
-10º
-6º
-5º
6 of 8
Werbung
