nl
Aan de slag
De batterij opladen
Het apparaat bevat een interne batterij die bij aankoop mogelijk niet volledig is opgeladen. U moet
de batterij gedurende minstens 8 uur opladen voordat u deze voor het eerst gebruikt.
De batterij opladen:
• Een stopcontact gebruiken
Sluit de kabel van de lader aan op de USB-
aansluiting op de achterkant van het apparaat
en sluit de lader aan op het stopcontact.
De eerste keer starten
1. Aan het begin van deze handleiding vindt u aanwijzingen over de montage van het apparaat en
de accessoires op een fiets.
2. Houd de Aan/uit-knop 3 seconden ingedrukt om het apparaat indien aanwezig in te schakelen.
3. Volg de aanwijzingen om uw apparaat aan te passen, waaronder: uw voorkeurstaal kiezen > de
datum en tijd instellen > uw gebruikersprofiel maken > de kaart activeren.
Tip: u kunt deze instellingen wijzigen tijdens het gebruik van het apparaat door op Hoofdmenu >
Instellingen te tikken.
4. Voer de opstartcode in (afgedrukt op de onderkant van de doos) en tik op OK om het apparaat te
ontgrendelen. Dit is alleen nodig als u het apparaat voor het eerst gebruikt.
5. Nadat het apparaat is ingeschakeld, zal het automatisch scannen en de hartslagmonitor en de
ritme-/snelheidssensor koppelen aan het apparaat.
Tip: u kunt handmatig naar de monitor en sensor scannen door op Hoofdmenu > Instellingen >
Sensoren te tikken.
Het apparaat zoekt ook automatisch naar satellietsignalen. Afhankelijk van de locatie kan dat
meerdere seconden duren.
Als GPS is vastgesteld, geeft het GPS-signaalpictogram (
48
1
3
2
• Via de computer
Sluit het apparaat aan op de computer met
behulp van de USB-kabel.
Zie het hoofdstuk "Het apparaat aansluiten
op de computer" voor meer informatie.
) op het scherm de GPS-status aan.