Elektrotechnik Schabus SHT 5001 Gebrauchsanleitung Seite 22

4. MONTAGE-INSTRUCTIES EN CONFIGURATIE
De montage dient door een gekwalificeerde, vakkundige persoon te ge-
beuren. Neem de vijf standaard veiligheidsregels in acht!
4.1 Sensormontage
De sensor reageert op watercontact bij de twee metaalcontacten (sensorcircuit wordt ges-
loten). De montagehoogte van de sensor is bepalend voor de vraag vanaf welk punt de
watermelder een alarm moet afgeven. De sensorkabel kan met een 2-aderige kabel (2 x 0,5
mm²) tot max. 50 meter verlengd worden en per ingang kunnen 5 watersensoren parallel
aangesloten worden.
Sensoraansluitingen: 13-14 / 15-16 / 17-18 / 19-20 / 21-22
4.2 Hoedrailmontage
De watermelder SHT 5001 wordt in verdeel- en schakelkasten op een standaard 35 mm
hoedrail gemonteerd.
4.3 Aansluitingsbezetting relais
Bij aansluiting van toebehoorapparaten op de potentiaalvrije relais dient men erop te letten
dat het schakelvermogen niet mag worden overschreden.
► ► Relaisstatus in de bewakingsmodus:
Het relais in "aangetrokken" (sluitercontact gesloten/openercontact open)
► ► Relaisstatus in de alarmmodus:
Het relais in "valt weg" (sluitercontact open/openercontact gesloten)
4.4 Instellingen geheugenfunctie
Voor de sensoringang kunnen twee verschillende uitgangsmeldingen geformuleerd worden:
► ► Alarmmelding met geheugenfunctie
wordt zo lang gehandhaafd – resp. het relais blijft geschakeld - tot de melding door een
druk op de toets weer gewist wordt.
► ► Alarmmelding zonder geheugen functie
gehandhaafd – resp. het relais blijft geschakeld - tot de sensor geen water meer meldt.
22
(draadbrug op de klemmen 23-24): Het alarm
(zonder draadbrug): Het alarm wordt