Montage-Instructies - Siemens SITRANS Probe LR Schnellstartanleitung

Montage op een mangatdeksel
Plaats, voor optimale signaalomstandigheden op een mangatdeksel, de antenne niet in het
midden van het deksel, maar 100 mm (4") vanaf de zijkant van het mangat.
• Gebruik de 100 mm (4") afscherming op nozzles met een lengte van 100 mm (4") of
minder.
• Gebruik de 250 mm (10") afscherming op nozzles met een lengte van 250 mm (10") of
minder.

Montage-instructies

• Zorg er vóór het aanbrengen van de SITRANS Probe LR in de montage-aansluiting voor
dat de schroefdraadaansluitingen van hetzelfde type zijn zodat ze niet beschadigd raken.
• Schroef de SITRANS Probe LR gewoon in de procesaansluiting, handvast aandraaien.
• Voor druktoepassingen is het nodig om PTFE-tape (of een ander
schroefdraadafdichtmiddel) te gebruiken en vervolgens de procesaansluiting meer dan
handvast aandraaien. Het maximale aandraaimoment is 40 Nm (30 ft-lbs).
• Gebruik, om de behuizing te draaien, een 2 mm Allen key de drie schroeven waarmee de
borgring is bevestigd. Draai de schroeven aan wanneer de behuizing is gepositioneerd
zoals gewenst.
Bedrading
1
Voeding
WAARSCHUWINGEN:
DC klemmen moeten worden gevoed vanuit een SELV
Annex H.
Alle veldbekabeling moet zijn voorzien van een isolatie die geschikt is voor
nominale spanningen.
Aansluiten SITRANS Probe LR
Opmerkingen:
• Raadpleeg voor gedetailleerde bedradingsinstructies de uitgebreide
bedieningshandleiding.
• Gebruik afgeschermde, twisted pair kabel (draaddikte AWG14 tot AWG22).
• Er kunnen aparte kabels en doorvoeren
instrumentatie bekabelingsnormen of elektrische regelgeving.
• De niet-metalen behuizing biedt geen continue aarding tussen doorvoeraansluitingen:
Gebruik aardende bussen en jumpers.
1.
Safety Extra Low Voltage
2.
Wanneer de kabel door een doorvoer wordt gevoerd, gebruik dan uitsluitend wartels van de goede
maat die zijn goedgekeurd, voor een waterdichte toepassing.
A5E32106153 SITRANS Probe LR – QUICK START HANDLEIDING
minimum
100 mm (4")
2
1
nodig zijn om te voldoen aan de standaard
Montage op een tubelure
minimum
10 mm (0.4")
1
bron, conform IEC-1010-1
Pagina NL-5