Bediening voor de surroundfunctie
1
2
1
*
3
Activeer en kies de gewenste surroundfunctie of DSP-functie.
4
Stel indien gewenst in.
• U kunt de instellingen niet maken indien er geen surroundfunctie of DSP-functie is
geactiveerd.
Met een surroundfunctie geactiveerd:
40
*
2
1
*
2
*
1
*
Verschijnt niet voor bepaalde bronnen.
2
*
Wordt grijs getoond indien niet beschikbaar.
Zie bladzijde 46.
Zie bladzijde 46.
Zie bladzijde 39.
Zie bladzijde 44.
Met een DSP-functie geactiveerd: