Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Husqvarna 130 Bedienungsanweisung Seite 281

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 130:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Houd het apparaat onder controle tijdens het snijden
en nadat het hout op de grond is gevallen. Let
erop dat het apparaat niet door het gewicht in
neerwaartse richting beweegt nadat de snede is
gemaakt.
Zorg dat het gebied waarin u aan het zagen bent,
vrij is van obstakels. Voorkom dat de neus van de
geleider een boomstronk, tak of ander obstakel raakt
tijdens het gebruik van het apparaat. (Fig. 32)
Zaag met een hoog motortoerental.
Reik nooit te ver en zaag nooit boven
schouderhoogte. (Fig. 33)
Volg de instructies van de fabrikant met betrekking
tot het slijpen en onderhouden van de zaagketting.
Monteer uitsluitend vervangende geleiders en
zaagkettingen die door de fabrikant zijn
gespecificeerd.
Het gevaar van terugslag neemt toe als de hoogte
van de dieptesteller te groot is.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Draag altijd de juiste persoonlijke
beschermingsmiddelen wanneer u het apparaat
gebruikt. Persoonlijke beschermingsmiddelen zorgen
ervoor dat letsel bij ongevallen minder ernstig zal
zijn, maar kunnen letsel niet volledig voorkomen.
Draag geen loszittende kleding die klem kan raken in
de zaagketting.
Draag een goedgekeurde veiligheidshelm.
Gebruik altijd goedgekeurde gehoorbescherming
wanneer u het product gebruikt. Langdurig lawaai
kan gehoorverlies veroorzaken.
Draag altijd een veiligheidsbril of gezichtsvizier
om letselgevaar door rondvliegende voorwerpen te
verminderen. Het apparaat kan voorwerpen met
grote kracht wegslingeren, zoals houtsnippers en
kleine stukjes hout. Hierdoor kan ernstig letsel
ontstaan, ook aan de ogen.
Draag handschoenen met kettingzaagbescherming.
Draag een broek met kettingzaagbescherming.
Draag laarzen met kettingzaagbescherming, stalen
neuzen en antislipzolen.
Zorg ervoor dat u een EHBO-kit bij de hand hebt.
Er kunnen vonken springen vanaf de uitlaatdemper,
geleider en zaagketting of vanaf andere onderdelen.
Zorg dat u altijd een brandblusser en een schop bij
de hand hebt om bosbranden te voorkomen.
Veiligheidsvoorzieningen op het product
Gebruik geen product met beschadigde
beschermingsmiddelen. Als het product beschadigd
is, neemt u dan contact op met een erkend
servicepunt.
Stopschakelaar controleren
Voordat u de motor start op
1. Start de motor. Zie
pagina 284 .
862 - 003 - 09.07.2022
2. Controleer of de motor stopt wanneer u de
stopschakelaar in de stop-stand zet.
Gashendelvergrendeling controleren
1. Zorg dat de gashendel (B) is vergrendeld
op stationair toerental wanneer u de
gashendelvergrendeling (A) ontgrendelt (Fig. 34).
2. Druk op de gashendelvergrendeling (A) en
controleer of deze teruggaat naar de oorspronkelijke
stand wanneer u deze loslaat.
3. Druk op de gashendel (B) en controleer of deze
teruggaat naar de oorspronkelijke stand wanneer u
deze loslaat.
4. Start de motor en zet het gas volledig open.
5. Laat de gashendel los en controleer of de
zaagketting tot stilstand komt.
6. Als de zaagketting bij stationair toerental draait,
draait u de stelschroef voor stationair toerental
linksom totdat de zaagketting stopt.
Beschermkap
De beschermkap voorkomt dat voorwerpen in de richting
van de gebruiker worden geslingerd. De beschermkap
voorkomt ook dat de zaagketting tegen de gebruiker aan
komt.
Zorg dat de beschermkap is toegestaan voor gebruik
in combinatie met het product.
Gebruik het product niet zonder de beschermkap.
Controleer of de beschermkap niet is beschadigd.
Vervang de beschermkap als deze is versleten of
scheuren vertoont.
Brandstofveiligheid
Start het product niet als er brandstof of motorolie op
het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste
brandstof/olie en laat het product drogen. Verwijder
ongewenste brandstof van het product.
Als u brandstof op uw kleding morst, trek dan direct
andere kleding aan.
Zorg dat er geen brandstof op uw lichaam terecht
komt, dit kan letsel veroorzaken. Als er brandstof op
uw lichaam terecht komt, verwijder deze dan met
water en zeep.
Start de motor niet als u brandstof op het product of
op uw lichaam hebt gemorst.
Start het product niet als er sprake is van een
motorlekkage. Controleer de motor regelmatig op
lekkage.
Wees voorzichtig met brandstof. Brandstof is licht
ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Ze kunnen
letsel veroorzaken of leiden tot de dood.
Adem geen brandstofdampen in, dit kan letsel
veroorzaken. Zorg voor voldoende ventilatie.
Rook niet in de buurt van de brandstof of de motor.
Plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de
brandstof of de motor.
281

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

135 mark ii

Inhaltsverzeichnis