■
Gebruik het apparaat alleen op droge plaatsen, nooit in een hete omgeving of in de buurt van
brandbaar materiaal.
■
Gebruik het apparaat uitsluitend in ruimtes met voldoende ventilatie.
Stroomvoorziening
♦
Gebruik om met het apparaat te werken uitsluitend de meegeleverde netvoedingsadapter
♦
Steek de stekker van het snoer van de netvoedingsadapter in de aansluiting voor de voe-
dingsspanning
aangesloten stopcontact dat een volgens de technische gegevens toegestane spanning levert.
Audioaansluiting
OPMERKING
►
Het audiosignaal, dat van een op de computer aangesloten microfoon naar de camera wordt
gestuurd en via de ingebouwde luidspreker wordt weergegeven, loopt via de AUDIO-uitgang
en kan van daaruit worden doorgegeven aan een versterker.
♦
Sluit op de AUDIO-uitgang
om het audiosignaal te versterken. Neem hiervoor ook de handleiding van het aangesloten
audioapparaat in acht.
LAN-aansluiting
♦
Als u het camerabeeld in een bekabeld netwerk wilt gebruiken, verbindt u de LAN-aansluiting
met behulp van de meegeleverde of een andere geschikte netwerkkabel met een netwerkrouter
of -switch.
WLAN-bedrijf
♦
Als u de camera draadloos in een netwerk wilt gebruiken, schroeft u de meegeleverde
WLAN-antenne
Alarmaansluiting
♦
Met de alarmaansluiting (IN/OUT)
integreren.
♦
In totaal bestaat de alarmaansluiting uit 4 aansluitingen. Op de beide IN-aansluitingen rechts
kunt u alarmsensoren aansluiten, bijv. bewegingsmelders of andere apparaten die een alarm
afgeven. Als de IN-aansluitingen extern met elkaar worden verbonden, wordt een alarm
geactiveerd. Daarbij kan de verbinding tot stand komen via een schakelaar resp. relais.
IUK 5 A1
. Steek vervolgens de netvoedingsadapter in een volgens de voorschriften
een geschikte mini-jack-kabel 3,5 mm (niet meegeleverd) aan
op de schroefdraadaansluiting
kunt u de camera in een bestaand alarmsysteem
.
.
NL
95