• Meetapparaten en toebehoren zijn geen spelgoed en horen niet
thuis in kinderhanden!
• In commerciële instellingen dient u zich te houden aan de ARBO-
voorschriften.
• In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en doe-het-zelf-werk-
plaatsen dient het gebruik van meetapparaten alleen te gebeuren
onder toezicht van geschoold personeel.
• Tijdens het openen van het apparaat of verwijderen van delen,
behalve wanneer dit handmatig mogelijk is, kunnen spannings-
geleidende delen vrijkomen. Ook aansluitplaatsen kunnen span-
ningsgeleidend zijn. Voordat u begint met een afstemming, on-
derhoudsbeurt, een reparatie of delen of bouwgroepen uitwis-
selt, moet het apparaat uit ieder spanningsbron en meetcircuit
verwijderd worden, wanneer voor de werkzaamheden het appa-
raat geopend moet worden. Wanneer een afstemming, onder-
houd of reparatie van het geopende apparaat alleen onder span-
ning kan gebeuren, mag dit beslist alleen een vakman uitvoeren,
welke vertrouwd is met de gevaren en voorschriften hierover
(VDE-0100, VDE-0701, VDE-0683).
• Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs
als het apparaat van alle spanningsbronnen en meetkringen los-
gemaakt is.
• Wees bijzonder voorzichtig met de omgang van spanningen > 25
V wissel- (AC) resp. > 35V gelijkspanning (DC). Reeds bij deze
spanningen kunt u bij het aanraken van elektrische leidingen een
levensgevaarlijke schok krijgen..
• Schakel eerst de stroombron stroomvrij, verbindt het meetappa-
raat met de aansluitingen van de te meten stroombron, stel op
het meetapparaat het benodigde stroommeetbereik in en scha-
48
kel daarna de stroombron in. Na het beëindigen van de meting
schakelt u eerst de stroombron stroomvrij en verwijdert u de
stroomtang van de aansluitingen aan de stroombron.
• Voor iedere wisseling van het meetbereik dient u de stroomtang
(stroomrail, leiding enz.) van het te meten object te verwijderen.
• Controleer voor iedere meting uw meetapparaat op beschadi-
ging(en). Voer beslist geen metingen door wanneer de bescher-
mende isolatie beschadigd (ingescheurd, afgescheurd enz.) is.
• Vermijd bij iedere meting, vooral tijdens een stroommeting, een
te hoge luchtvochtigheid, damp. Tijdens het doorvoeren van me-
tingen moeten de handen, schoenen en de grond beslist droog
zijn.
• Om een elektrische schok te voorkomen, moet u erop letten dat
u de te meten aansluitingen/stroomrails (meetpunten) tijdens de
meting niet, ook niet indirect, aanraakt.
• Stromen > 600 A kunnen de stroomtang beschadigen. Het moet
erop gelet worden, dat tijdens een meting uitsluitend een (1) geï-
soleerde draad (max. doorsnede 25 mm) omvat wordt. Een me-
ting om een meeraderige kabel (enkelfasig) is niet mogelijk.
Worden daarentegen twee of meerdere geïsoleerde leiders (to-
taaldoorsnede max. 57 mm) van een meerfasig systeem omslo-
ten, zo is de afgelezen waarde overeenkomend met de vector-
som van de enkele stromen.
• Werk met dit meetapparaat niet in ruimtes of bij ongunstige om-
gevingscondities, waarin/-bij brandbare gassen, dampen of stof-
fen aanwezig (kunnen) zijn. Vermijd voor uw eigen veiligheid bes-
list het vochtig of nat worden van het meetapparaat resp. de
meetsnoeren. Vermijdt het gebruik in de directe omgeving van
a) sterke magnetische velden (luidsprekers, magneten)
49