3.
Veiligheidsinstructies
3.1.
Gevaren voor kinderen en
personen met beperkte vermogens
om apparaten te bedienen
Dit apparaat is niet bedoeld om te worden ge-
bruikt door personen (inclusief kinderen) met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelij-
ke vermogens of met onvoldoende ervaring en/
of kennis, tenzij deze personen onder toezicht
staan van of zijn geïnstrueerd in het gebruik van
het apparaat door iemand die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid.
Kinderen moeten onder toezicht staan om er
zeker van te zijn dat zij niet met het apparaat
spelen.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder
toezicht gebruiken.
Berg het apparaat en de accessoires buiten
bereik van kinderen op.
8