Borstelaandrukkracht verstellen
(alleen bij versie Adv)
Afbeelding 10, zie omslagpagina
Hendel Borstelaandrukkracht naar links
ontgrendelen, verstellen en naar rechts
opnieuw vastzetten.
– Hendel naar beneden: aandrukkracht
verlagen.
– Hendel naar boven: aandrukkracht ver-
hogen.
Schraaplippen instellen (alleen bij
versie Adv)
Schraaplippen door verdraaien van het
instelwiel zodanig instellen dat de
schraaplip de grond raakt.
Instelwiel tevens 1 omwenteling naar
beneden verder draaien.
Vuilwatertank leegmaken
Instructie:
Overloop vuilwaterreservoir Bij een vol vuil-
waterreservoir schakelt de zuigturbine uit en
knippert het controlelampje „Vuilwaterreser-
voir vol". Alle reinigingsprogramma's met af-
zuiging zijn gedurende één minuut geblok-
keerd. Maak het vuilwaterreservoir leeg.
VOORZICHTIG
Lokale voorschriften inzake de behande-
ling van afvalwater in acht nemen.
Neem de aftapslang vuilwater uit de
houder en plaats deze in een geschikte
verzamelbak.
Afbeelding 11, zie omslagpagina
Water door het openen van de doseer-
inrichting op de aftapslang aftappen.
Vervolgens de vuilwatertank met
schoon water uitspoelen.
Schoonwatertank leegmaken
Filterbeker van de filter vers water los-
draaien en schoonwaterreservoir laten
leeglopen.
Filterbeker opnieuw aanbrengen.
Lade voor grof vuil leegmaken
(alleen bij R-reinigingskop)
Lade voor grof vuil controleren. Lade
voor grof vuil indien nodig of aan het
einde van het werk wegnemen en leeg-
maken.
Buitenwerkingstelling
Sleutelschakelaar naar '0' draaien en
sleutel uittrekken.
Apparaat met de wiggen tegen wegrol-
len zekeren.
Vervoer
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Voor het in- en uitla-
den van het apparaat mag het hellingsper-
centage van 10% niet overschreden wor-
den. Rijd langzaam.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
Bij gemonteerde D-reinigingskop
Schijfborstels uit de borstelkop verwij-
deren.
Opslag
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
Het apparaat mag alleen binnen wor-
den opgeborgen.
Bij het kiezen van de opbergplaats
moet rekening gehouden worden met
het max. toegelaten gewicht van het ap-
paraat om de stabiliteit niet te beïnvloe-
den.
Onderhoud
Gevaar
Verwondingsgevaar. Voor alle werkzaam-
heden aan het apparaat de sleutelschake-
laar op „0" zetten en de sleutel er uit trek-
ken. Nood-Uit-knop indrukken.
Apparaat op een stabiele, effen onder-
grond plaatsen en batterijstekker uittrek-
ken.
WAARSCHUWING
De zuigturbine loopt na het uitschakelen
na. Voer onderhoudswerkzaamheden pas
uit als de zuigturbine stilstaat.
Vuilwater en resterend schoon water
aflaten en verwijderen.
Onderhoudsschema
Na het werk
LET OP
Beschadigingsgevaar. Spuit het apparaat
niet met water schoon en gebruik geen
agressieve reinigingsmiddelen.
Vuil water aflaten.
Plat harmonicafilter controleren, indien
nodig vervangen.
Alleen R-reinigingskop: lade voor grof
vuil verwijderen en leegmaken.
Apparaat aan de buitenkant met een
vochtige, in mild zeepsop gedrenkte
doek reinigen.
Zuiglippen en schraaplippen reinigen,
op slijtage controleren en indien nodig
vervangen.
Borstels op slijtage controleren, indien
nodig vervangen.
Batterij laden:
Als de ladingstoestand minder is dan
50%, de batterij volledig en zonder on-
derbrekingen opladen.
Als de ladingstoestand meer is dan
50%, de batterij alleen opladen wan-
neer u bij het volgende gebruik de vol-
ledige bedrijfsduur nodig hebt.
Wekelijks
Bij regelmatig gebruik de batterij min-
stens een keer per week volledig en
zonder onderbreking opladen.
Maandelijks
Accupool op oxidatie controleren, in-
dien nodig schoonborstelen en met
poolvet invetten. Op stevige zitting van
de verbindingskabels letten.
5
-
NL
Afdichting tussen vuilwaterreservoir en
deksel reinigen en op dichtheid contro-
leren, indien nodig vervangen.
Bij niet-onderhoudsvrije accu's, zuur-
dichtheid van de cellen controleren.
Borsteltunnel reinigen (alleen R-reini-
gingskop)
Afbeelding 12, zie omslagpagina
Waterverdeellijst aan de reinigingskop
verwijderen en waterkanaal reinigen
(alleen R-reinigingskop).
Bij een langere stilstandtijd het appa-
raat alleen met volledig opgeladen bat-
terijen afzetten. Minstens een keer per
maand de batterij opnieuw volledig op-
laden.
Jaarlijks
Pompslang van de doseerpomp ver-
vangen (alleen variant Dose).
Voorgeschreven inspectie door klan-
tendienst laten uitvoeren.
Onderhoudswerkzaamheden
Onderhoudscontract
Voor een betrouwbare werking van het ap-
paraat kunnen onderhoudsovereenkom-
sten afgesloten worden met de bevoegde
verkoops-/serviceadviseur.
Zuiglippen vervangen
Zuigbalk wegnemen.
Stergrepen er uit schroeven.
Afbeelding 13, zie omslagpagina
Kunststofonderdelen verwijderen.
Zuiglippen verwijderen.
Nieuwe zuiglippen inschuiven.
Kunststofonderdelen opschuiven.
Stergrepen inschroeven en vastdraai-
en.
D-reinigingskop inbouwen
Pedaal voor het optillen / neerlaten van
de reinigingskop naar beneden duwen.
Reinigingskop zodanig onder het appa-
raat schuiven dat de slang naar achte-
ren wijst.
Reinigingskop maar voor de helft onder
het apparaat schuiven.
Afbeelding 14, zie omslagpagina
Deksel van de reinigingskop wegne-
men.
Afbeelding 15, zie omslagpagina
Stroomtoevoerkabel van de reinigings-
kop met het apparaat verbinden (de-
zelfde kleuren moeten tegen elkaar ko-
men).
Deksel erop zetten en vastzetten.
Reinigingskop in het midden onder het
apparaat schuiven.
Afbeelding 16, zie omslagpagina
Slangkoppeling aan de reinigingskop
verbinden met de slang aan het appa-
raat.
Afbeelding 17, zie omslagpagina
Klep in het midden van de reinigingskop
tussen de vorken in de hendel plaatsen.
Hendel aan het pedaal voor het optillen
/ neerlaten zodanig instellen dat de
boorgaten in de hendel en de reini-
gingskop overeenstemmen.
Stift door de boorgaten steken en borg-
plaat naar omlaag zwenken.
39