Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Elektrische Aansluiting; Belangrijke Aanwijzingen; Defecte Elektrische Aansluitkabel - Parkside PBS 350 A1 Originalbetriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 60
• Voor het bewerken van smalle werkstukken met handtoevoer
de schuifstok gebruiken.
• Voor schuine zaagsnedes de zaagtafel in de overeenkomsti-
ge positie brengen en het werkstuk tegen de lengte-aanslag
geleiden.
• Voor het snijden van zwaluwstaartvormige vorken en tappen
of van wiggen, moet de zaagtafel altijd in de overeenkom-
stige positie op de hoekschaal worden aangebracht.
• Bij bochtige of onregelmatige zaagsnedes van het werkstuk
deze met beide handen, en gesloten vingers gelijkmatig
naar voren schuiven. Met de handen het veilige gedeelte
van het werkstuk vasthouden.
• Voor herhaaldelijk uitvoeren van bochtige, onregelmatige
zaagsnedes een hulpsjabloon gebruiken.
• Bij het zagen van rondhout moet et werkstuk worden bevei-
ligd tegen verdraaien.
• Let op! Na elke nieuwe instelling adviseren wij een testrun
om de ingestelde afmetingen te controleren.
• Bij alle zaagwerkzaamheden moet de bovenste zaagband-
geleiding (5) zo dicht mogelijk tegen het werkstuk worden
geplaatst (zie 9.5).
• Het werkstuk moet altijd met beide handen geleiden en vlak
op de zaagtafel (7) te houden. Zo wordt het vastklemmen
van de zaagband (21) vermeden.
• De toevoer moet altijd met gelijkmatige druk geschieden, die
net voldoende is, zodat de zaagband probleemloos door
het materiaal snijdt maar niet blokkeert.
• Altijd de parallelaanslag (24) voor alle zaagwerkzaamhe-
den gebruiken waarvoor deze kan worden ingezet.
• Het is beter één zaagsnede tijdens een werkhandeling uit
te voeren dan in meerdere gedeeltes waardoor zo mogelijk
een terugtrekking van het werkstuk kan zijn vereist. Als het
terugtrekken echter niet wordt vermeden, moet de bandzaag
eerst worden uitgeschakeld. Het werkstuk pas terugtrekken
nadat de zaagband (21) tot stilstand is gekomen.
• Tijdens het zagen moet het werkstuk altijd met de langste
zijde worden geleid.
• Let op! Tijdens het bewerken van smalle werkstukken moet
absoluut een schuifstok worden gebruikt. De schuifstok (26)
moet altijd binnen handbereik op de daarvoor aanwezige
schuifstokhouder (48) aan de zijkant van de zaag worden
bewaard.
11.1 Uitvoeren van langzaagsnedes (afb. 18)
Hierbij wordt een werkstuk in de lengterichting doorgezaagd.
• Lengte-aanslag (24) aan de linkerzijde (voor zover moge-
lijk) van de zaagband (21) overeenkomstig de gewenste
breedte instellen.
• Zaagbandgeleiding (5) op het werkstuk neerlaten (9.5).
• Zaag inschakelen (10.1).
• Een kant van het werkstuk met de rechterhand tegen de
lengte-aanslag (24) drukken, terwijl het oppervlak op de
zaagtafel (7) ligt.
• Werkstuk met gelijkmatige toevoer langs de lente-aanslag
(24) in de zaagband (21) schuiven.
• Belangrijk: Lange werkstukken moeten worden geborgd om
te voorkomen dat ze aan het einde van de zaaghandeling
omlaag vallen (bijv. met rolstaander).
36
NL/BE
11.2 Uitvoeren van schuine zaagsnede (afb. 17)
• Zaagtafel op gewenste hoek instellen (zie 10.3)
• Handeling net als onder 11.1 beschreven, uitvoeren.
Bij er bij schuine sneden op dat de parallelaanslag alleen
rechts van de zaagband wordt gebruikt.
11.3 Handen vrij zagen (afb. 19)
• Een van de belangrijkste eigenschappen van een bandzaag
is het probleemloos zagen van bochten en radii.
• Zaagbandgeleiding (5) op het werkstuk neerlaten (9.5).
• Zaag inschakelen.
• Werkstuk goed op de zaagtafel (7) drukken en langzaam in
de zaagband schuiven.
• In een groot aantal gevallen is het praktisch om bochten en
hoeken ongeveer 6 mm van de lijn grof uit te zagen.
• Als u bochten moet zagen, die voor de gebruikte zaagband
te smal zijn, moeten hulpzaagsnedes tot aan de voorzijde
van de bocht worden gezaagd, zodat dit als houtafval weg-
valt als de definitieve radius wordt gezaagd

12. Elektrische aansluiting

De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar aangesloten. De
aansluiting voldoet aan de relevante VDE- en DIN-voorschrif-
ten. De netaansluiting van de klant en het gebruikte verleng-
snoer moeten eveneens aan deze voorschriften voldoen.

Belangrijke aanwijzingen

Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf uit. Na
een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de motor weer wor-
den ingeschakeld.

Defecte elektrische aansluitkabel

Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan de iso-
latie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Versleten plekken, als aansluitkabels door venster- of deur-
openingen worden geleid.
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of geleiding
van de aansluitkabel.
• Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gereden.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen niet wor-
den gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de isolatie is bescha-
digd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op schade.
Let erop dat bij het controleren de aansluitkabel niet op het
elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante VDE- en
DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitsluitend aansluitkabels
met de aanduiding „H05VV-F".
Op de aansluitkabel moet de type-aanduiding vermeld staan.
Wisselstroommotor
• De netspanning moet 230 - 240 VAC 50 Hz zijn
• Verlengsnoeren moeten tot een lengte van 25 m een door-
snede hebben van 1,5 vierkante millimeter.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis