Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

EINHELL BT-ML 300 Bedienungsanleitung Seite 38

Metalldrehbank
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für BT-ML 300:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Anleitung_BT_ML_300_SPK2:_
NL
6.4 Draaien
6.4.1 Algemeen
Span de draaibeitel goed op in de
gereedschapshouder (23) (zie punt 5.6).
Span het werkstuk goed en zo diep mogelijk in de
drieklauwplaat (27) op.
Controleer of het werkstuk ronddraait.
Vergewis u er zich van dat de voeding
gedeactiveerd is (behalve bij het schroefdraad
draaien).
Schakel de machine in (zie punt 6.1).
6.4.2 Langsdraaien (fig. 1, 23-24)
Bij het langsdraaien beweegt de draaibeitel
evenwijdig met de as van het werkstuk.
Voor het langsdraaien van rechts naar links draait
u eerst de bedslede (5) met het handwiel voor
langsverplaatsing (4) zo ver naar links en de
bovenslede (7) met de kruk voor manuele
voeding (12) zo ver naar rechts dat de
verplaatsingsafstand van de bovenslede (7)
voldoende is voor de gehele bewerkingslengte.
Breng de hendel voedingsrichting (30) naar
positie 2, voedingsinrichting gedeactiveerd en zet
de bedslede (5) vast d.m.v. de voeding-
arreteerhendel (10).
Verplaats de dwarsslede (6) door draaien van de
kruk voor dwarsverplaatsing (8) zo ver terug dat
de draaibeitel de omvang van het werkstuk niet
raakt.
Stel dan de bovenslede (7) met de kruk voor de
manuele voeding (12) af zodat het punt van de
draaibeitel zich boven de grootste diameter van
het werkstuk bevindt.
Breng dan de dwarsslede (6) door draaien van de
kruk voor dwarsverplaatsing (8) langzaam naar
het werkstuk tot de draaibeitel het oppervlak van
het werkstuk lichtjes raakt.
Dit is nu de uitgangspositie voor het bewerken
van de buitendiameter van uw werkstuk. Een
deelstreep op de schaal aan de kruk voor
dwarsverplaatsing (8) komt overeen met 0,05 mm
werkstukdiameter (0,025 mm snijdiepte).
Let op!
Vergewis u er zich van dat de hendel
voedingsrichting (30) op positie 2, voedingsinrichting
gedeactiveerd, staat voordat u de machine inschakelt
(zie punt 5.7.1).
38
22.12.2008
14:50 Uhr
Seite 38
6.4.3 Vlakdraaien (fig. 1, 25)
Het vlakdraaien gebeurt net als het langsdraaien. Bij
het vlakdraaien beweegt de draaibeitel naar het
centrum van de werkstukas toe.
Bij het vlakdraaien moet de hoofdsnijkant van de
draaibeitel exact op het centrum van het werkstuk
worden afgesteld om te voorkomen dat in het midden
van het werkstuk een kraag blijft staan. Stel de
draaibeitel af m.b.v. het centreerpunt (21).
Bij het vlakdraaien met de gebogen draaibeitel of met
de zijbeitel wordt het werkstuk van buiten naar binnen
afgedraaid; bij het vlakdraaien met de hoekbeitel of
met de zijbeitel daarentegen gebeurt het afdraaien
van binnen naar buiten.
6.4.4 Binnendraaien
Het binnendraaien van boorgaten gebeurt net als het
vlak- en langsdraaien. Aangezien u de draaibeitel bij
het uitdraaien meestal niet kunt zien, dient u hier met
bijzondere zorgvuldigheid te werk te gaan.
Voor het binnendraaien kan een boor i.p.v. het
centreerpunt (21) worden opgespannen teneinde het
werkstuk voor te boren (zie punt 5.9).
6.4.5 In- en afsteken
Bij het in- en afsteken beweegt de draaibeitel naar het
centrum van de werkstukas toe. Voor het insteken
gebruikt u een insteekbeitel, voor het afsteken een
afsteekbeitel.
Let op!
Vergewis u er zich bij het langs-, vlak-,
binnendraaien, in- en afsteken van dat de draaibeitel
exact op het centrum is afgesteld.
6.4.6 Conisch draaien (fig. 26-27)
Het conisch draaien gebeurt door afstellen van de
bovenslede (7). In dit geval wordt de bovenslede rond
zijn as gedraaid door de afstelschroeven (A) los te
draaien (fig. 27). De graadverdeling van de conus
gebeurt aan de hand van de schaal voor het conisch
draaien (9).
Als de bovenslede correct is afgesteld (fig. 28)
moeten de afstelschroeven (A) opnieuw worden
aangehaald.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

45.050.04

Inhaltsverzeichnis