Insteeksneden; Zagen Met Reciprozaag; Werkinstructies; Reiniging En Onderhoud - Parkside PSSSA 20-Li A1 Originalbetriebsanleitung

Praktische tests kunnen worden gebruikt
om te bepalen of zagen met of zonder
slag een beter resultaat oplevert, waarbij
de volgende aanbevelingen gelden:
• Fij ne en gave zaagranden bereikt u
zonder pendelbeweging (stand 1).
• Voor dun, hard materiaal (bij v. staal)
en voor het zagen van een bocht even-
eens stand 1 gebruiken.
• Zacht materiaal (hout, plastic etc.):
Pendel op stand 2 stellen.
Met geactiveerde pendelslag be-
reikt u een toenemend sneller verlo-
pend arbeidsproces.

Insteeksneden

Insteekzaagsneden mogen alleen in zach-
te materialen zoals hout, poriënbeton of
gipskarton worden uitgevoerd. Dit vereist
echter enige oefening en is alleen mogelij k
met korte zaagbladen.
1. Plaats de zaag op het werkstuk en
schakel deze in.
2. Zorg ervoor dat de voorkant van de bo-
demplaat op het werkstukoppervlak rust.
3. Zaag langzaam schuin in het werkstuk,
breng het zaagblad vervolgens in verti-
cale positie.
4. Zaag verder langs de zaaglij n.
5. Schakel de zaag uit en til die na af-
loop van de werkzaamheden van het
werkstuk.

Zagen met reciprozaag

1. Schakel het apparaat in. Let op dat
het apparaat niet in contact is met het
werkstuk, alvorens het in te schakelen.
2. Zet de voetplaat (12) tegen het werk-
stuk aan.
3. Zaag met een gelij kmatige voedings-
snelheid. U kunt horizontaal, schuin of
verticaal zagen.
4. Neem na de bewerking het zaagblad
(11.1/11.2) uit de zaagsnede en scha-
kel daarna pas het apparaat uit.

Werkinstructies

Draag beschermende handschoe-
nen bij handelingen met het zaag-
blad. Zo vermij dt u snij wonden.
• Zet het werkstuk vast. Gebruik een kle-
minrichting voor kleine werkstukken.
• Teken een lij n om de richting aan te ge-
ven waarin het zaagblad wordt geleid.
• Houd het apparaat veilig aan de greep
vast.
• Stel de pendelslag in of zet hem uit.
• Schakel het apparaat in.
• Wacht tot het apparaat op volle snel-
heid is.
• Plaats de bodemplaat (6)/de glij schoen
(5)/de voetplaat (12) op het werkstuk.
• Oefen niet teveel druk uit, beweeg het
apparaat langzaam. Laat het apparaat
het werk verrichten.
Bij overmatige druk kan het zaagblad
verbogen worden en breken.
• Alvorens het apparaat neer te leggen,
schakelt u het uit en wacht u tot het vol-
ledig tot stilstand is gekomen.

Reiniging en onderhoud

Schakel het apparaat uit en
haal de accu eruit voordat u
werkzaamheden uitvoert.
Draag bij de omgang met het
zaagblad steeds beschermende
handschoenen om snij wonden te
vermij den.
NL BE
67