♦
In geval van een te hoge waarde, voegt u het
bij het spuitmiddel passende verdunningsmiddel
stapsgewijs en in geringe hoeveelheden toe, en
mengt u beiden .
♦
Meet de DIN-seconden opnieuw . Herhaal de
procedure tot een viscositeit van minder dan
70 DIN-seconden is bereikt .
OPMERKING
►
Overschrijd de maximale viscositeitswaarde
voor het apparaat niet . Het spuitmiddel mag
niet te dik zijn voor het spuiten . Anders kan het
apparaat verstopt raken .
►
Let erop dat het spuitmiddel en het verdun-
ningsmiddel bij elkaar passen . Bij gebruik van
de verkeerde verdunner ontstaan er klonten,
waardoor het apparaat verstopt raakt . Meng
kunsthars-lakken nooit nitroverdunners .
►
Informatie over de passende verdunner (water,
verfverdunningsmiddelen) vindt u bij de specifi-
caties van de fabrikant voor het spuitmiddel .
►
Korrelige/deeltjes bevattende mengelingen
mogen niet worden gespoten . De schurende
werking daarvan verkort de levensduur van de
pomp en het ventiel .
Spuitvlak voorbereiden
♦
Dek de omgeving van het spuitvlak ruim en
grondig af . Alle niet-afgedekte vlakken of op-
pervlakken kunnen anders verontreinigd raken .
♦
Zorg ervoor dat het spuitvlak schoon, droog en
vetvrij is .
♦
Ruw de gladde vlakken op en verwijder daarna
het schuurstof .
■
18
│
NL │ BE
Ingebruikname
Montage/demontage
♦
Plaats de ▸-markering van de spuitunit
de
-markering van de motorunit . Draai
daarna de spuitunit
van de spuitunit
motorunit
vergrendelt .
♦
Ontgrendel het slot
van de spuitunit
motorunit
om ze van elkaar los te maken .
Spuitmond kiezen/verwisselen
Spuitmond
Spuitmond 1,8 mm
Spuitmond 2,6 mm
♦
Draai de wartelmoer
unit
af .
♦
Plaats de gewenste spuitmond
spuitkop
.
♦
Schroef de wartelmoer
spuitunit
.
Vullen met spuitmiddel
♦
Schroef de verfbeker
♦
Plaats de stijgbuis
liggende voorwerpen naar voren, in de richting
van de spuitkop
werkzaamheden boven het hoofd naar achte-
ren, in de richting van de motorunit
♦
Doe het spuitmiddel in de verfbeker
schroef de beker vast op de spuitunit
Apparaat in-/uitschakelen
Werkinstructies:
♦
Houd het verfspuitpistool altijd op dezelfde af-
stand van het werkstuk . De ideale spuitafstand
is ca . 15 cm .
♦
Doe een test om te zien of het apparaat correct
is ingesteld .
♦
Schakel het apparaat niet in/uit boven het
spuitvlak, maar start en beëindig het spuiten
ca . 10 cm buiten het spuitvlak .
zo, dat de ▸-markering
bij de
-markering van de
. Draai de ▸-markering
5a
op de
-markering van de
Gebruik
alle verven, lakken
dikvloeibaar spuitmiddel
volledig van de spuit-
in de
weer vast op de
van de spuitunit
bij werkzaamheden met
. Plaats de stijgbuis
.
en
.
PFS 400 A1
op
af .
bij