Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Transport; Reiniging En Onderhoud; Algemene Onderhoudswerkzaamheden - Parkside PTBM 710 A1 Bedienungs- Und Sicherheitshinweise

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
4. Plaats het inzetstuk (M), houd het vast en draai de spanhuls
(L) met de hand linksom dicht. Houd daarbij de borgring
(J) vast.
5. Houd de boorkop vast en draai de borgring (K) in de rich-
ting "LOCK".
Aanwijzing: Om kleine boortjes te plaatsen, stelt u de ge-
reedschapshouder in op de geschatte boordiameter. Anders
bestaat het risico dat de boor niet goed gecentreerd is.
Losmaken:
1. Draai de borgring (K) in de richting "RELEASE".
2. Draai de spanhuls (L) rechtsom tot het inzetstuk (M) verwij-
derd kan worden.
10.5 Werkstuk uitlijnen
1. Schakel de kruislijnlaser in via het display (9). Zie 10.1 Be-
diening van het display.
2. Het snijpunt van beide laserlijnen geeft exact het boormid-
delpunt weer.
3. Lijn uw markering op het werkstuk uit op het laserkruis.
10.6 Werkstuk vastklemmen (afb. 6)
Het te bewerken werkstuk moet veilig kunnen worden vastgeklemd.
Bewerk geen werkstukken die niet kunnen worden vastgeklemd.
De uitsparing van de snelspanner moet gecentreerd ten op-
zichte van het boorgat zijn uitgelijnd. Anders kan de boor of
boorvoering door de snelspanner worden geblokkeerd.
1. Positioneer het werkstuk met behulp van de kruislijnlaser.
2. Draai de snelspanhendel (17) los.
3. Laat de snelspanner (2) op het werkstuk rusten.
4. Draai de snelspanhendel (17) rechtsom om het werkstuk
vast te klemmen.
5. Om de snelspanner (2) te ontgrendelen, draait u de snel-
spanhendel (17) linksom.
10.7 Grotere werkstukken vastklemmen (afb. 6)
Gebruik voor grotere werkstukken de parallelaanslag (16):
6. Draai de vleugelschroeven van de parallelaanslag (15) los
en plaats de parallelaanslag (16) in de groeven van de
grondplaat.
7. Draai de vleugelschroeven van de parallelaanslag (15) vast.
8. Lijn uw werkstuk uit op de parallelaanslag (16) en klem het
vast met de snelspanner (2).
Waarschuwing! Bij werkstukken die breder of langer zijn
dan het tafelblad, moet u voor voldoende ondersteuning zor-
gen, bijvoorbeeld met onderstellen of zaagbokken.
Werkstukken die langer of breder zijn dan de grondplaat van
de kolomboormachine, kunnen omkantelen als ze niet stevig
worden ondersteund. Als het werkstuk kantelt, kan het de boor-
kopbescherming of het snijgereedschap beschadigd raken.
10.8 Toerental instellen (afb. 1)
Het juiste toerental moet afhankelijk van het te bewerken werk-
stuk en de gereedschapsdiameter worden ingesteld.
Mechanische versnellingskeuze:
Met de versnellingsschakelaar (18) kunt u uit twee toerental-
bereiken kiezen.
Versnelling 1: Lage toerentallen (170-880 min
gereedschapsdiameters.
Versnelling 2: Hoge toerentallen (490-2600 min
kleine gereedschapsdiameters.
42
NL/BE
m Let op: Bedien de versnellingsschakelaar (18) alleen bij
stilstand. Als de versnellingsschakelaar (18) niet vergrendelt,
moet u de boorkop (14) iets verdraaien.
Als u de versnellingsschakelaar (18) niet tot aan de aanslag
kunt draaien, moet u de boorkop met de boor iets verdraaien.
Elektronische toerenregeling:
Met de elektronische toerenregeling kunt u het toerental van de
afzonderlijke versnellingen traploos instellen:
Stel het toerental in met behulp van de toerenregelaar (12).
Het huidige toerental kan op het display worden afgelezen (9).
10.9 Boordiepte weergeven (afb. 1/5)
1. Stel het display (9) in op de indicatie "Boordiepte" (knop F).
2. Plaats de boorpunt lichtjes op het werkstuk.
3. Stel het nulpunt in door op de knop (G) te drukken.
4. Boor tot de gewenste diepte op het display (9) wordt weer-
gegeven.
10.10 In-/uitschakelen (afb. 1)
m Zorg ervoor dat de boorkopbescherming (13)
naar beneden is geklapt voordat u het apparaat
inschakelt.
Inschakelen: Druk op de Aan-schakelaar (11) om het ap-
paraat in te schakelen.
Uitschakelen: Druk op de Uit-schakelaar (10) om het ap-
paraat uit te schakelen.
10.11 Boren (afb. 1)
1. Lijn het werkstuk uit en klem het vast.
2. Start het apparaat en stel het toerental in.
3. Voor het boren beweegt u de handgreep (8) met gelijkmati-
ge aanvoer, totdat de gewenste boordiepte is bereikt. Bij het
boren van metalen moet u de beweging van het handwiel
kortstondig onderbreken, zodat de spanen kunnen afbreken.
4. Als u de boordiepte hebt bereikt, brengt u de handgreep (8)
weer terug naar de uitgangspositie.
5. Schakel het apparaat uit.

11. Transport

• Houd het elektrisch gereedschap vast bij de grondplaat (1)
om het te transporteren.

12. Reiniging en onderhoud

m Waarschuwing! Telkens voor het instellen, het uitvoeren
-1
) voor grote
van onderhoud of reparaties de stekker uit het stopcontact trekken!

Algemene onderhoudswerkzaamheden

) voor
-1
Veeg van tijd tot tijd met een doek de spaanders en het stof van

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis