■
De druk van 6,3 bar mag
in geen geval overschreden
worden als het apparaat in
werking is.
■
Gebruik nooit zuurstof of
andere brandbare gassen als
energiebron.
■
Schakel na beëindiging van
de bewerking de slijpmachine
uit en berg na stilstand de
slijp machine op een veilige
manier op.
Let op! Slijpmachine loopt
na.
■
Koppel de slijpmachine los
van de persluchtvoorziening
na beëindiging van de bewer-
king.
■
Houd er rekening mee dat er
bij het bewerken van bepaal-
de materialen stof en dampen
kunnen ontstaan die een
explosieve atmosfeer veroor-
zaken. Gebruik stofafzuiging
en de juiste beschermingsmid-
delen.
PDMS 6.3 A1
Risico's door weggeslin-
gerde delen
■
Bij een breuk van het werkstuk,
van accessoires of van het
apparaat zelf kunnen fragmen-
ten met hoge snelheid worden
weggeslingerd.
■
Bij het werken met de slijpma-
chine voor slijpstiften resp. bij
het verwisselen van accessoi-
res moet altijd slagbestendige
oogbescherming worden
gedragen. Schat voor elk
afzonderlijk gebruik in welke
beschermingsgraad u nodig
hebt.
■
Zorg ervoor dat het werkstuk
goed vastgeklemd zit.
■
Controleer regelmatig of het
toerental van de slijpmachi-
ne de specificatie voor het
toerental voor slijpstiften niet
overschrijdt. Deze toerental-
controles moeten zonder geïn-
stalleerd(e) slijpstift/-werktuig
en in overeenstemming met
de instructies van de fabrikant
worden uitgevoerd.
NL │ BE
│
73
■